Christenen
"en de dood"
Rooms katholiek
Cremeren of begraven?
Nog niet zo heel lang geleden mochten katholieken na hun dood alleen begraven worden. Tot 1963 gold een pauselijk decreet uit 1886 dat crematie verbood. Paus Paulus VI keurde op juli 1963 een versoepeling van het rooms-katholieke standpunt inzake crematie goed. Vanaf dat moment was cremeren ook voor katholieken toegestaan.
Ter nagedachtenis
Voor katholieken is 2 november de dag dat overledenen worden herdacht. Deze dag wordt Allerzielen genoemd. Familie en vrienden gaan naar de kerk of naar het kerkhof. Ze maken het graf van hun dierbare schoon en leggen er bloemen of planten op
Sacrament der stervenden
In de katholieke kerk spelen sacramenten een belangrijke rol. Sacramenten zijn rituele tekenen waarin de gelovige de nabijheid van God wil ervaren. De ziekenzalving is één van de zeven katholieke sacramenten. Het sacrament is bedoeld voor hen die in gevaar van sterven verkeren. De priester brengt de Heilige olie aan op het voorhoofd en op de handen met de woorden: Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door Zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van Zijn Heilige Geest. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven.
Leven na de dood
Katholieken geloven dat de ziel van de overledene na de dood voortbestaan in het hiernamaals. Traditioneel bestaat het beeld van hemel, hel en vagevuur. Waar de ziel na de dood terechtkomt, is afhankelijk van de mate waarin iemand tijdens zijn leven heeft gezondigd en daarvoor vergeving heeft gekregen. Daarom bidden de nabestaanden voor de zielenrust van de overledene.
Sterfdag tot uitvaart
De traditie om tot het tijdstip van de uitvaart bij de dode te waken is geen gemeengoed meer. Als iemand thuis overlijdt en wordt opgebaard gebeurt dat soms nog wel. Meestal echter wordt op de avond voor de begrafenis in de kerk of de aula van een verpleeg- of bejaardenhuis een avondwake gehouden. Daarbij wordt de levensloop van de overledene gememoreerd en wordt voor hem en de nabestaanden gebeden. Ook wordt om vergeving van schuld gevraagd en worden teksten gelezen en liederen gezongen. De aanwezigheid van veel vrienden en bekenden bereidt de nabestaanden mentaal voor op de uitvaart. Na de avondwake is er soms gelegenheid tot condoleren of het tekenen van een condoleanceregister, maar meestal stelt men het condoleren uit tot na de uitvaartplechtigheid.
Uitvaart
De uitvaartmis wordt beëindigd met de 'absoute'; een ritueel waarbij de priester de kist met wijwater besprenkelt en bewierookt, onder het uitspreken van begeleidende gebeden. Tegenwoordig wordt de absoute vooral opgevat als een laatste eerbetoon aan het overleden lichaam van de overledene. Het is echter ook een laatste gebed om vergeving van de zonden van de overledene. Bij het graf gaat de priester aan het uiteinde van het graf staan en staat een lid van de parochie met een kruis aan het hoofdeinde. In stilte bewierookt en zegent de priester het graf. De nabestaanden en belangstellenden staan om het graf heen terwijl de dragers de kist laten dalen. Vervolgens bidt de priester het Onze Vader en strooit hij een schepje aarde op de kist met de woorden 'Gij bent stof en tot stof zult gij wederkeren.' De nabestaanden en andere aanwezigen kunnen vervolgens ook een schepje aarde op de kist strooien. Als mensen dit te ver vinden gaan, kunnen ze dit ritueel vervangen door het besprenkelen van de kist met wijwater of het strooien van bloemen. Meestal wordt familie en buren gevraagd deel te nemen aan de koffietafel, thuis of in een daarvoor gehuurde zaal. Op verjaardagen en op de sterfdag wordt vaak een mis opgedragen, waarin speciaal voor de overledene en andere overleden familieleden wordt gebeden.
Gereformeerde christenen/protestanten
Voor strenge, orthodoxe protestanten is de dood geen eenmalige gebeurtenis aan het einde van het leven. Het leven zelf is een gestadig sterven, gekenmerkt door eenvoud, soberheid of ascese waarbij men voortdurend doordrongen moet zijn van de dood. Sterven is eerder een bevrijding dan iets waar men tegenop moet zien want de dood betekent de voltooiing van het leven op aarde en het vooruitzicht op de wederopstanding en het eeuwige leven. Mocht er sprake zijn van angst voor de dood, dan kan men vertrouwen op vergeving van persoonlijke schuld door het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus.
Protestanten wijzen het idee van de bemiddelende rol van de kerk tussen mens en God af. Het lot van de mens ligt geheel in Gods handen.
Verschil
Er is een groot verschil tussen Rooms-Katholieke en Protestante begrafenissen; bij Rooms-Katholieke begrafenissen worden de kisten vaak besprenkeld met wijwater. Iedereen viert een soort avondmaal en er wordt een mis gehouden. Daarna volgt de begrafenis.
Stervensfase
Indien iemand op sterven ligt wordt er uit de bijbel gelezen, gebeden en de zegen uitgesproken, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs te gebeuren door een predikant. Familieleden en vrienden vervullen een belangrijke rol bij de ondersteuning rond het stervensproces. De stervende viert soms samen met leden van de geloofsgemeenschap het z.g. ‘Avondmaal’, een ritueel waaraan men kracht kan ontlenen.
Voorafgaand aan de uitvaart
Voor het afleggen, wassen, kleden, opbaren, de kist en het graf gelden geen speciale voorschriften. De nabestaanden bepalen hoe en door wie een en ander zal worden uitgevoerd en ingericht. De laatste jaren kiezen families er vaker voor om hun dierbare thuis op te baren. Hierbij is de opstelling sober, hoewel tegenwoordig, behalve bij de orthodoxe protestanten, bloemen en kaarsen vrij algemeen zijn geaccepteerd.
Gereformeerd
Hoe wordt de dood volgens deze religie gezien?
Christenen geloven in het leven na de dood, voor de ziel en uiteindelijk ook het lichaam. Sterven is wel een beangstigende gebeurtenis, maar uiteindelijk gaat de gelovige alleen maar een nieuwe fase van zijn leven binnen. Zijn of haar ziel is nu bij God en daar kunnen de achterblijvers blij om zijn. Op veel rouwkaarten zie je dan ook een tekst als “Veilig in Jezus’ armen”.
Jezus (de zoon van God) werd geboren uit de maagd Maria (hij had dus geen biologische aardse vader). Hij stierf aan het kruis (zo droeg Hij de straf) en stond na drie dagen weer op uit de dood (zo overwon Hij de dood). Hij ging terug naar de hemel. Van daaruit regeert hij de wereld, tot hij weer terugkomt voor het Laatste Oordeel. Dan krijgen de gelovigen het eeuwige leven en de ongelovigen de eeuwige dood.
Om het eeuwige leven de krijgen, moet je als mens alleen maar geloven dat Jezus Christus Gods Zoon is en dat Hij de straf voor je zonden gedragen heeft omdat je dat zelf niet kunt. Je kunt het eeuwige leven op geen enkele manier verdienen. Je krijgt het alleen uit genade.
Ook het geloof zelf krijg je uit genade. Als het aan de mens zelf lag, zou geen mens gaan geloven. Daarom heeft Jezus na zijn hemelvaart de Heilige Geest naar de aarde gezonden om het geloof in het hart van mensen te leggen.
Omdat je het eeuwige leven alleen uit genade krijgt, doet het er dus niet toe hoe je leeft. Maar dat betekent niet dat gelovigen er maar op los kunnen leven. Als de Heilige Geest je het geloof geeft, zal Hij er ook voor zorgen dat je niet langer zonde wilt doen. Het kan niet anders, of een gelovige zal vruchten van het geloof (goede werken) voortbrengen. Toch blijft ook een gelovige steeds weer zonde doen. Het is als het ware een strijd tussen de oude en de nieuwe mens. De volmaaktheid komt pas na dit leven.
Niet alle mensen krijgen het geloof en het eeuwige leven. Alleen mensen die God heeft uitgekozen krijgen het. Niet omdat zij beter zijn dan anderen.
De mensen die het geloof niet krijgen, gaan voor eeuwig verloren. Maar dat is niet Gods schuld. Het is hun eigen zonde waarvoor zij de straf moeten dragen.
Wat doen zij met de overledene?
Tegenwoordig wordt voor overleden ‘broeders en zusters’ van protestants-christelijke gemeenten een dienst gehouden in de kerk. Voor het begin van de vorige eeuw werd er voor de overledene geen kerkelijke dienst gehouden. Dit deed men vooral omdat men vindt dat gelovigen niets meer kunnen doen voor een overledene. De dominee staat de familie in de dagen rond een overlijden bij in raad en daad. Doordat er niet echt vast omschreven protocollen zijn voor een uitvaartplechtigheid is er veel ruimte voor de familie om de dienst een persoonlijk karakter te geven. Tijdens de dienst wordt doorgaans gebeden en gezongen, maar er is ook vaak ruimte voor familieleden om zelf iets te vertellen over hun overleden dierbare. De dominee gaat voor in de dienst, hij of zij gaat ook mee naar de begraafplaats of het crematorium om daar met de familie en de belangstellenden te bidden.
BELANGRIJK OM TE WETEN
Geen vastgestelde protocollen hoe een plechtigheid er uit moet zien
Veel vrijheid voor familie om dienst een persoonlijk karakter te geven
Gelovigen mogen zelf kiezen voor crematie of begrafenis
Begrafenis of crematie?
De hervormde en de gereformeerde kerk kende vroeger geen officiële afwijzing, maar de dominees preekten (tot het begin van de jaren zestig)begraving als enige vorm van lijkbezorging die overeenstemde met de kerkelijke moraal. Tegenwoordig maakt het voor gelovigen niet meer uit of ze worden begraven of gecremeerd. Die keuze mogen mensen voor zichzelf maken. Belangrijk hierbij is ook dat het stoffelijke lichaam gezien wordt als omhulsel. Na de dood verlaat je Ziel het lichaam en stijgt op naar de Hemel.
De uitvaartdienst
In de uitvaartdienst gaat de predikant vaak in op de hoogte- en dieptepunten van het leven van de overledene en maakt daarbij gebruik van Bijbelteksten om aan te geven dat het menselijk leven eindig is, maar dat Christus' werk, ondanks het lijden, voortgaat. Bij het graf of in het crematorium zegt de voorganger een gebed op om de overledene aan de aarde toe te vertrouwen. Als de kist is gedaald, wordt het Onze Vader gebeden en de zegen gegeven. De nabestaanden nemen in stilte afscheid. Meestal wordt na het condoleren en thuis nog intensief doorgepraat.
De zondag na de uitvaart
Gewoonlijk wordt in protestantse kring op de zondag na de uitvaart 'de rouw in de kerk gebracht'. Dat wil zeggen dat de naam van de overledene wordt genoemd en er soms nog iets over hem wordt gezegd. Vaak wordt ook de familie genoemd. Op de zondag voor de Advent, de zondag van de Voleinding, worden alle namen van overleden gemeenteleden nogmaals genoemd als degenen die zijn voorgegaan op de weg naar Gods Rijk van vrede.
Rouwbegeleiding
De laatste jaren is in de protestantse gemeenten een verschuiving te bespeuren en vragen mensen vaker om een rouwdienst met een persoonlijk karakter. Het hangt vaak van de dominee af of dat mogelijk is. Er zijn dominees die zich bewust zijn van hun rol in de psychologische ondersteuning van mensen en daarom zelf actief voorzetten geven aan nabestaanden om hen te helpen met de rouwverwerking. Dominees die betrokken zijn bij stervensbegeleiding en rouwverwerking zien -net als andere geestelijken of hulpverleners- maar al te vaak dat zowel stervenden als nabestaanden grote moeite hebben met hun emoties om te gaan.
Met mensen die sterven proberen zij soms te praten over dingen die hen dwarszitten of waar ze bang voor zijn. Als het nodig is, proberen ze nog iets voor de stervende te doen of met hem te bidden, zodat hij/zij enige rust vindt. Ook proberen sommige dominees de nabestaanden te betrekken bij de laatste verzorging en de uitvaart. Ze adviseren bijvoorbeeld regelmatig de overledene thuis op te baren in plaats van het lichaam direct te laten weghalen door de uitvaartverzorger.
Een persoonlijke invulling van de dienst
In de protestantse kerken ontbreken dwingende voorschriften voor een uitvaart. Daardoor is er in principe veel ruimte voor nabestaanden. In 1987 is een handleiding 'Liturgie in dagen van Rouw' verschenen waarin teksten voor een huisdienst, een getijdendienst, een dienst van Schrift en Tafel en een Woorddienst zijn opgenomen.
Predikanten en gelovigen zoeken tegenwoordig naar nieuwe vormen en symbolen voor het afscheid. Daarbij kan gedacht worden aan het zelf kiezen van teksten die tijdens de dienst worden uitgesproken, het aansteken van een kaars of het openleggen van de Bijbel op de kist op een bepaalde pagina of het maken van persoonlijke gebaren door de nabestaanden met bloemen.