De taalontwikkeling
Heeft mijn peuter taalachterstand?
Wat is taal achterstand?
De taalontwikkeling begint al vanaf je een baby bent. Elke dag leert de mens veel nieuwe woorden. Van jongs af aan leer je heel veel woorden. Als uw kind ongeveer 2 jaar is, begint uw kind met woorden uit te spreken. Sommige kinderen doen dit ook niet en beginnen pas op latere leeftijd. Dan kunnen we spreken van een taalachterstand.
Hoe herken je taalachterstand bij je peuter?
Het is moeilijk om te herkennen of uw peuter een taalachterstand heeft. Je zou taalachterstand kunnen herkennen om bijvoorbeeld eens een lijstje bij de hand te hebben om er bij stil te staan van wat je peuter allemaal al kan. Voorbeeld:
- · Kan mijn peuter al een woord zeggen?
- · Als ik een boekje voorlees, kan hij dan een bepaald voorwerp aanwijzen wat ik zeg?
- · Kan mijn peuter al twee woorden achter elkaar aan zeggen?
- · Kan mijn peuter al kleine zinnen maken?
Als uw peuter dit kan, is er nog geen sprake van een taalachterstand.
Hoe voorkom je taalachterstand?
Natuurlijk is taalachterstand te voorkomen. Begin op zo’n vroeg mogelijke leeftijd van uw peuter taalactiviteiten aan te bieden. Een paar voorbeeld activiteiten:
- · Als uw peuter nog niet zindelijk is, is het als tip handig dat u zoveel mogelijk praat tijdens het verschonen. Door te praten en te vertellen wat je doet, vergroot je hun woordenschat.
- · Een activiteit hoeft niet groot te zijn. Het kan ook zo een puzzeltje zijn of een tekening maken. Door samen met de peuter te gaan kijken wat er op de puzzel staat, leer je hen ook weer nieuwe dingen. Bijvoorbeeld een puzzel over dieren. Door een dier te benoemen wat je peuter nog niet kent, leert hij deze.
- · Voorlezen is iets wat peuters erg leuk vinden. Maak daarom hier ook gebruik van en laat dan ook de plaatjes benoemen door de peuters. Als ze iets goed hebben, complimenteer ze dan! Als iets niet goed gaat, zeg dan niet: ‘dat heb je helemaal fout gedaan.’ Dit is niet goed voor het zelfbeeld van je peuter. Vertel hen op een positieve manier wat het wel is.
Trienke van der Meulen, klas PW2B