Het M-decreet
Meer inclusie in het onderwijs; de voorlopige resultaten.
Korte uiteenzetting M-decreet
In 2009 werd het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd door België. Dit verdrag bepaalt dat mensen met een beperking ook recht hebben op een volwaardige deelname aan de maatschappij en dus ook het onderwijs. Het onderwijs zal dus enkele, redelijke, aanpassingen moeten maken om dit te kunnen waarmaken. Onder redelijke aanpassingen worden zaken zoals; extra toetstijd, woordenboeken, computers tijdens de les enzoverder begrepen. De grootste zorgen omtrent dit decreet zijn het draagvlak, de invloed van deze maatregel op andere leerlingen en leerkracht en de uiteindelijke resultaten van deze maatregel. Het eerste schooljaar waarin deze maatregel van kracht is gegaan zit er bijna op, tijd om enkele voorlopige resultaten te bekijken.
Enkele conclusies
Ten eerste is men bij de start van het schooljaar gaan kijken naar de invloed van het M-decreet op het leerlingenaantal en werden het aantal inschrijvingen op scholen kort geanalyseerd. Bij het katholieke buitengewoon lager onderwijs was de invoering van het decreet merkbaar en was er een daling van de inschrijvingen van ongeveer 6%.In het buitengewoon secundaire of BuSo onderwijs behield ongeveer het zelfde aantal leerlingen. In het GO zijn er ongeveer 200 extra inschrijvingen tegenover het vorige schooljaar. 288 leerlingen maakten de overstap van het buitengewoon naar het gewone onderwijs. Algemeen blijft de invloed van het decreet in ieder onderwijsnet, tot nu toe, beperkt.
Moesten deze cijfers hoger liggen zou er wel een probleem kunnen opduiken. Het aantal leerkrachten in het reguliere onderwijs dat een bijkomende zorgopleiding heeft genoten ligt immers enorm laag met ongeveer 4% in het lager onderwijs en slechts 0.5% in het secundaire onderwijs. Stimulatie en ruimte voor bijscholingen zal dus duidelijk sterker moeten worden aangemoedigd.
Als laatste is er een opvallend positief artikel naar aanleiding van het M-decreet dat de gevolgen voor de toekomst kort toelicht. Er komt meer nood aan differentiatie en dit kan hand in hand gaan met een grondige modernisering van het onderwijs. Meer digitalisering kan niet alleen het werk voor leerkrachten beperken waardoor zij meer ruimte krijgen voor het begeleiden van leerlingen maar ook de reguliere leerlingen extra motiveren en uitdagen. Deze manier van werken sluit immers veel beter aan bij de leefwereld van de leerlingen en verwachtingen van hun kunnen naar de toekomst toe.