Boeddhisme
' boeddhisme en de dood'
hoe word de dood vanuit deze religie gezien?
De boeddhisten geloven in de wedergeboorte. Dit houd in dat ze geloven dat na de dood hun ziel terugkomt op aarde, maar dan in een ander lichaam. Dit kan alleen als hun lichaam verlicht is, en wanneer zij zich gehouden hebben aan de vijf voorschriften. Doen ze dit niet dan leidt het tot een slechte wedergeboorte in een hel als geest of dier. Deze voorschriften zijn:
- ik houd mij aan dit voorschrift om af te zien van het doden van levende wezens.
- ik houd mij aan dit voorschrift om af te zien van het nemen van dat wat niet gegeven is.
- ik houd mij aan dit voorschrift om af te zien van seksueel wangedrag.
- ik houd mij aan dit voorschrift om af te zien van incorrect spreken.
- ik houd mij aan dit voorschrift om af te zien het gebruik van verdovende middelen als alcohol en drugs welke leiden tot onachtzaamheid.
Wanneer iemand deze voorschriften heeft verbroken en zich daar schuldig over voelt kan hij een soort gelijke ceremonie de vijf voorschriften voor zichzelf herbevestigen.
Hoe word de begravenis vormgegeven?
Wierook, kaarsen en water worden in de tempel, en ook bij rituelen rond het altaar, vaak gebruikt. De wierook staat onder andere symbool voor zuiverheid en wijsheid. De kaars is het symbool van begrip en verlichting. Zoals een kaars licht geeft, zo verspreidt ook een wijs persoon licht. Water wordt uitgegoten over het beeld van Boeddha. Het is een uiting om eer te brengen aan Boeddha. Water staat ook voor ‘hart, liefde en goed doen.’ Zoals water overal naar toe loopt en dingen doordrenkt, zo is het ook met de dingen die je met je hart uit liefde doet.
Over het aanraken van het lichaam na de dood bestaan binnen het boeddhisme verschillende opvattingen.
Volgens sommige boeddhisten is de mens na de dood alleen nog een dood
lichaam zonder bewustzijn. Het lichaam is niet meer belangrijk en kan gewoon
worden aangeraakt. De familie kan het lichaam wassen en de handen in
meditatiehouding vouwen. Er zijn geen verplicht specifieke handelingen en ceremoniën. Volgens de traditie hebben deze activiteiten geen invloed meer op de balans van de gestorvene. Wel is het belangrijk de dode respectvol af te leggen onder het uitspreken van de wens dat hij of zij vrij moge zijn van toekomstig lijden. Over de vraag hoelang men het lichaam na de dood
met rust moet laten is geen richt lijn gegeven. Dit is om het bewustzijn de gelegenheid te geven zich rustig los te maken. Andere boeddhisten kennen een grote diversiteit aan gebruiken na het sterven. Men verschilt met name van andere Boeddhisten is het stervensproces na het lichamelijk sterven
(stoppen van de ademhaling en de hersenfuncties) nog niet beëindigd. Daarom raadt men in deze traditie aan het lichaam gedurende drie dagen met rust te laten (niet aanraken, niet verplaatsen of op andere wijze verstoren). Toch is men hierin ook flexibel en praktisch. Als men het lichaam wil aanraken of oppakken, wordt aangeraden het eerst bij de kruin aan te raken en het niet bij het onderlichaam vast te pakken. Dit is van belang voor de wijze waarop het bewustzijn het lichaam verlaat en voor een volgende wedergeboorte.