Meervoudsvormen
Michelle en Celine
Welke manieren?
Meervoud op -eren
Meervoud op -s
Meervoud bij woorden die eindigen op -s en -f
Meervoud bij woorden die eindigen op -ik, -et, -el of -es
Meervoud bij woorden die eindigen op -us of -ik
Meervoud op -en
(hoek - hoeken, bord - borden, stoel - stoelen).
Het moeilijkste gedeelte komt als woorden eindigen op -ee of -ie en een -envorm heeft.
Twee regels om je hierbij te helpen:
1. Woorden die eindigen op -ie: Wanneer de klemtoon niet op de -ie ligt, komt er geen extra -e achter (porie - poriën)
Wanneer de klemtoon wel op de -ie ligt, komt er een -e achter (melodie - melodieën)
2. Woorden die eindigen op -ee: Wanneer een woord op -ee eindigt en de meervoudsvorm -en is, komt dit gewoon achter het woord. De trema komt op de laatste -e. (zee - zeeën)
Meervoud op -eren
Ei - eieren
Kind - kinderen
Volk - volkeren
Meervoud op -s
1. Wanneer een woord eindigt op: -é, -ee, -ui, -er, -ie, -ey,
-eau, -ay en -ieu, komt de -s er direct achter.
2. Wanneer een woord eindigt op een heldere klank (zoals in auto) komt er een apostrof voor de -s
Enkele voorbeelden:
Piano - piano's
Bureau - bureaus
Printer - printers
Café - cafés
Taxi - taxi's
Foto - foto's
Meervoudsvormen bij woorden die eindigen op -s en -f
Er zijn wel een paar uitzonderingen:
Kruis - kruisen
Kaars - kaarsen
Paus - pausen
Fotograaf - fotografen
Hiëroglief - hiërogliefen
Meervoud bij woorden die eindigen op -ik, -et, -el of -es
Monnik - monniken
Dreumes - dreumesen
Perzik - perziken
Havik - haviken
Meervoud bij woorden die eindigen op -us of -is
Mus - mussen
Vis - vissen
Oefenzinnen
2. Op mijn verjaardag krijg ik altijd veel .......... . (cadeau)
3. Op allebei mijn .......... heb ik grote schaafwonden. (knie)
4. In deze straat staan weinig .......... . (huis)
5. Lisa heeft de .......... van de olifanten roze ingekleurd. (slurf)
6. Op het plein zijn heel veel .......... . (café)
7. Hij gaat morgen nieuwe .......... halen voor de wintersport vakantie. (ski)
8. Jij hebt gister drie .......... kapot laten vallen. (glas)
9. Mijn .......... zijn helemaal vies! (laars)
10. Er zit niet veel verschil tussen deze twee .......... . (melodie)