Angel man syndroom
Fardau Klaver
Angel man
Het Angelman syndroom is een aangeboren aandoening. Bij het Angelman syndroom ontbreekt meestal een stukje van chromosoom 15. Kenmerken van het Angelman syndroom zijn onder andere een verstandelijke en lichamelijke achterstand in de ontwikkeling, en bijna geen spraakontwikkeling. Met dit syndroom kun je ook niet goed bewegingen, coördineren en er kan epilepsie optreden. Kinderen met het Angelman syndroom zijn over het algemeen vrolijk en druk en dus hyperactief. Vaak hebben ze moeite met slapen. In welke mate de kenmerken optreden, verschilt van persoon tot persoon.
lichamelijk
Het kind zal misschien gebaat zijn bij hulpmiddelen als steunkousen of een looprek. Kinderen met AS lopen pas laat, vaak na de derde verjaardag. het kan ook voorkomen dat het kind nooit zal lopen. Het kind zal lopen als hij of zij daar klaar voor is. Acht tot negen op de tien kinderen met het syndroom van angel heeft ook epilepsie.
cognitief
kinderen met het syndroom van Angelman leren hooguit 2 of 3 woorden spreken. Kinderen met AS zijn geïnteresseerd in hun omgeving en kunnen sociale contacten ontwikkelen. Doordat ze zich niet met woorden kunnen uiten, kan er nogal eens agressief gedrag gaan ontstaan, zoals aan de haren trekken, krabben, slaan of bijten. Dit kan een manier zijn van het kind om de aandacht te trekken omdat het iets wil. Het kind kan dit immers niet met woorden aangeven. Als dit gedrag niet wordt aangepakt en het kind niet aangeleerd wordt zich op een andere manier te uiten, kan het gedrag blijvend worden.
sociaal affectief
het is belangrijk om goed te communiceren met mensen die het Angelman syndroom hebben. Ze kunnen niet goed praten, en daarom kunnen er snel misverstanden ontstaan. Geduld is daarom ook belangrijk bij zulke mensen.
Angels!
begeleiding die gewenst is voor een persoon met het Angelman Syndroom
Fysiotherapie: helpt zo goed mogelijk te kunnen bewegen (coördinatie). Ergotherapeut: helpt bij de verzorging thuis en helpt het voortbewegen en communiceren te vergemakkelijken. Revalidatiearts: helpt bij de verzorging thuis en helpt het voortbewegen en communiceren te vergemakkelijken. Logopedis: helpt bij de taalontwikkeling. En kan ook helpen bij alternatieve vormen van communicatie zoals gebaren en plaatjes. Ouders: de ouders zijn natuurlijk erg belangrijk voor het kind zelf! De ouders moeten daarom ook zo goed mogelijk kunnen helpen.
woon situatie
De meeste kinderen wonen thuis. Volwassenen wonen vaak in een woonvorm. Soms hebben volwassenen een rolstoel nodig, en dan moet natuurlijk ook het huis aangepast worden. Veel kinderen en volwassen hebben een communicatiehulpmiddel, door te drukken op een bepaald plaatje wordt een woord gezegd door de computer zodat de omgeving begrijpt wat een kind of een volwassene met het Angelman syndroom bedoeld. Anderen gebruiken gebaren. Het is per persoon heel erg verschillend de één heeft het syndroom in erger mate dan de andere.