Slechthorend en Doofheid
Jenny, Kim, Renske, Richèl
Ouderen
Voor het vak ouderen moeten wij een ziektebeeld uitwerken.
Het ziektebeeld moet voorkomen bij ouder wordende mensen.
Slechthorendheid.
Je bent slechthorend als je minder hoort als dat je eerst hoorde.
Er bestaan verschillende oorzaken waardoor je slechthorend kun zijn;
1. ouderdom
2. oorsmeer
3. medicijnen
4. lawaai
5. erfelijk
Je hebt verschillende gradaties in slechthorendheid.
1. 0 tot 30 dB.
Dit is licht slechthorend. Je hebt dan moeite met het verstaan van fluisteren.
2. 31 tot 60 dB.
Dit matige slechthorendheid. Je hebt dan moeite met het verstaan wat er in een groep
wordt gezegd.
3. 61 tot 90 dB.
Je hoort dan alleen met een hoortoestel wat er wordt gezegd.
4. 90 dB en meer.
Dit is ernstige slechthorend tot doof.
Je hebt dan een hoortoestel maar hoort nog steeds bijna niks.
Doofheid
Je bent doof als je niks tot bijna helemaal niks hoort.
Doofheid wordt gezien als een handicap. Maar sommige mensen zien het als een culturele minderheid.
Er zijn verschillende soorten doofheid.
Prelinguaal of postlinguaal.
Prelinguaal;
Dit betekend letterlijk ' voor de taal'.
Iemand die prelinguaal doof is, is doof voordat de ontwikkeling van gesproken taal op gang is gekomen. Deze mensen zijn vaak doof geboren of doof geworden voor het derde levensjaar.
Leren praten is daarbij heel moeilijk.
Postlinguaal;
Dit betekend letterlijk 'na de taal'.
Dit houd in dat je pas doof wordt na het ontwikkelen van de taal.
Bijvoorbeeld op ouder wordende leeftijd, een hersenvliesontsteking of een ongeluk.
Plotsdoofheid;
Dit is een doofheid wat ontstaat in de buis van Eustachius.
Er kan een druk op het oor ontstaan waardoor je ineens heel slecht kan horen.
De druk kan ontstaan door het gaan duiken in het water, of zelfs uit het niets.
Je hoort jezelf hard praten en een ander hoor je bijna niet.
Dit kan overgaan doormiddel van antibiotica of het laten uitspuiten. Ook kun je een gaatje maken waar het vocht zit, zo kan het vocht eruit lopen.
Communiceren
Het communiceren met dove mensen gaat niet zoals gewoonlijk.
Doven mensen kunnen niet verstaan wat jij zegt.
Wel zijn dove mensen vaak goed in liplezen. Dit moet duidelijk zijn voor de persoon die doof is. Zo kan iemand die doof is toch een soort van verstaan.
Ook wordt er gewerkt met gebarentaal.
Dit is een handeling die je met je handen moet doen. De vormen die je met je handen maakt worden gezien als woorden voor de doven.
Dit is vaak de 'eerste taal' van de doven mensen.
Het is belangrijk dat je alles zo duidelijk mogelijk over laat komen bij iemand met doofheid.
Als je iets wilt zeggen is het van belang dat je degene op zijn schouder aantikt zodat hij weet dat je het tegen hem hebt.
Hulpmiddelen
Hoortoestel.
Een van de meest voorkomende hulpmiddelen is een hoortoestel.
Je hebt verschillende hoortoestellen die zich aanpassen op jou doofheid.
Hoortoestellen dienen voor het geluid opvangen en het versterken.
Je hebt allerlei verschillende soorten, de een versterkt lage tonen en de ander versterkt hoge tonen.
Cochleair implantaat.
Als je binnenoor niet meer goed functioneert maar je zenuwen nog wel kun je een CI aanschaffen.
Het heeft een uitwendig en een inwendig gedeelte. Het uitwendige gedeelte ziet er uit als een gewoon hoortoestel.
Het binnenste gedeelte dat werkt als een magneet. Het zend de geluidssignalen door naar de zenuwen en zo krijg je de signalen toch binnen.
Dovenbril.
In het Universiteit van Leiden wordt er gewerkt aan een bril voor doven en slechthorende.
In de bril zit een spraakherkeningscomputer. Zo wordt er in de bril ondertiteling gezet wat er wordt gezegd in het gesprek.
Het maakt niet uit of iemand netjes Nederlands praat of met dialect.