De Franse keuken
In deze flyer vind je meer informatie over de Franse keuken.
De Franse keuken kun je verdelen in 4 gebieden:
- Noordwest-Frankrijk
- Noordoost-Frankrijk
- Zuidwest-Frankrijk
- Zuidoost-Frankrijk
In het noordwesten gebruiken ze vooral veel boter, room en appels.
De keuken in het noordoosten van Frankrijk is afgeleid van de Duitse keuken. Hier wordt veel worst, reuzel, bier en zuurkool in gebruikt.
In het zuidwesten wordt veel ganzenlever, paddenstoelen en pens gebruikt.
De keuken van zuidoost Frankrijk wordt ook wel de Provençaalse keuken genoemd.
Ze gebruiken veel olijfolie, tomaten en kruiden.
De noordwestelijke keuken
De noordoostelijke keuken
De zuidwestelijke keuken
Er bestaat in Frankrijk bijna niets belangrijker dan eten. De Fransen eten drie of vier keer per dag en gebruiken weinig tussendoortjes. Hieronder kun je lezen wanneer en wat voor maaltijden ze eten en waar ze uit bestaan:
Le petit déjeuner (ontbijt) 07.00 uur.
Bestaat uit een grote kom koffie met veel melk en een stuk stokbrood dat in de koffie gedoopt wordt. Kinderen drinken meestal melk en chocolademelk.
Le repas (lunch) 12.00 uur.
De lunch begint met een voorgerecht die bestaat uit rauwkost en salade.
Het hoofdgerecht bestaat meestal uit een stuk vlees of vis verder nog aardappels en groenten. Daarna eten de fransen meestal een kaasplankje en drinken ze een glas wijn. Daarna komt het dessert, bijvoorbeeld mousse de chocolate of tarte au citron. Ter afsluiting een kopje sterke koffie.
Le goûter (vieruurtje) 16.00 uur.
Omdat de Fransen hun diner pas rond 20.00 uur eten, wordt er rond 16.00 uur vaak nog taart of koekjes gegeten en wat gedronken.
Le diner (avondeten) 20.00 uur.
Het avondeten is de belangrijkste maaltijd van de dag.
Het bestaat meestal uit vier gangen:
L’entrée of hors d’oeuvre (voorgerecht)
Hier eten ze rauwkost en koud vlees.
Le plat principal (hoofdgerecht)
Het hoofdgerecht bestaat uit vlees, vis, gevogelte en/of schelp en -schaaldieren met twee soorten groenten. Brood is ook onmisbaar in deze maaltijd.
Le fromage (kaasplankje)
Na het hoofdgerecht word er vaak een kaasplankje geserveerd die bestaat uit 3 of 4 verschillende kaassoorten.
Le dessert (nagerecht)
Na het kassplankje wordt vaak nog een toetje gegeten. De bekendste toetjes zijn tarte tatin, een klein appelgebakje, of sorbet of gebak.
Bij het diner wordt vaak mineraalwater of een glas wijn gedronken.