Moslims In Dialoog
Volgt kritisch & onderzoekt
Analyse
De fundamentele vraag ten aanzien van de journalistiek luidt: Doet ze inderdaad wat ze moet doen - namelijk het nemen van haar verantwoordelijkheid - door het nieuws waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier te brengen?
Iedereen die zich journalist noemt, zou zich bewust moeten zijn van die dure plicht. Hoofdredacties dienen dat proces zo goed mogelijk te begeleiden en controleren.
Omdat de omstreden fact-checker van de NRC recent met haar positief uitgevallen check over 50 miljoen tot geweld geneigde moslims weer eens een scheve schaats gereden heeft, lijkt het ons verstandiger om zelf de zin van de onzin te onderscheiden en de nodige toelichting erbij te geven.
De aanleiding
Waar is het op gebaseerd?
En klopt het?
Wat allereerst opvalt aan het artikel, is dat Kouwenhoven overduidelijk de moeite heeft genomen om al in de kop en in de inleiding een poging te wagen om ons te framen. De toon wordt meteen gezet. Moslims In Dialoog wordt door Kouwenhoven direct geframed als ‘radicaal-islamitisch’, terwijl wij ons zelf zien als een gewone islamitische belangenorganisatie.
Daarnaast beschuldigt hij ons ervan dat we campagne voeren tegen moslims die een te gematigd geluid zouden laten horen. Hier verzint Kouwenhoven dat we een campagne aan het voeren zijn en vult Kouwenhoven zelf valselijk onze beweegredenen in. Dit terwijl we slechts onze vrijheid van meningsuiting en geloofsovertuiging gebruiken in het ageren tegen misstanden, onrecht en bij het tegengaan van de verruwing in een samenleving die steeds harder en haatdragender wordt jegens vreemdelingen.
Om het frame compleet te maken, probeert Kouwenhoven de vermeende slachtoffers die zich geïntimideerd voelen te portretteren als ‘Liberale moslims’. Een benaming die door niemand gebruikt wordt die in het artikel voorkomt, maar geheel uit de koker van Kouwenhoven komt om ons maar te kunnen framen.
Kouwenhoven gaat door met ons ongefundeerd te demoniseren, door te stellen dat we onze sympathie hebben uitgesproken voor de Islamitische Staat (IS). En weer moet het liberale en het gematigde karakter van onze vermeende slachtoffers benoemd worden en weer worden de beweegredenen waarom wij tegen ze ageren door Kouwenhoven zelf geïnterpreteerd. Dat we bepaalde personen in het verleden hebben bestempeld als hypocrieten of subsidiedieven is altijd geweest op basis van feitelijk verifieerbare constateringen dat ze huichelachtig gedrag vertonen of subsidiegelden hebben verdonkermaand voor eigen gewin.
Sympathie voor IS
Je zou denken dat Kouwenhoven na de ongefundeerde aantijgingen dat wij online met IS sympathiseren en de ruim 17.000 berichten die wij op Twitter en Facebook hebben geplaatst, moeiteloos een bericht eruit zou kunnen pikken of een selectie zou kunnen maken van de meest aantoonbare (grofste) berichten die de IS sympathie kunnen bewijzen in het artikel. Niks is minder waar. Het zegt al genoeg dat Kouwenhoven met de grootste moeite een voorbeeld kon vinden om dit aan te kunnen tonen, door iets te tonen wat we jaren geleden hebben geplaatst.
We hebben hier toen slechts mee geprobeerd nuance aan te brengen in de ongenuanceerde en eenzijdige berichtgeving in de media hieromtrent, waarin misvattingen en leugens de boventoon voerden.
Nieuwswebsite The Huffington Post met ruim 8,8 miljoen volgers op Twitter en het grootste zakentijdschrift van Amerika Forbes met ruim 11,5 miljoen volgers op Twitter hadden dit een maand eerder onderzocht en gepubliceerd en kwamen tot dezelfde conclusie als wij. Deze conclusie was dat er meerdere opties bestaan en een daarvan was belasting betalen als beschermgeld, zoals dat in de Shari’a wordt voorgeschreven en waarover consensus bestaat onder de islam geleerden van de wetscholen.
Aantijgingen m.b.t. Ibrahim Wijbenga
Dat de organisator navraag heeft gedaan naar onze bevindingen en er geen belletjes gingen rinkelen, betekent niet dat onze bevindingen niet kloppen. Dit wordt wel zo gesuggereerd in het artikel, zodat de indruk ontstaat dat we lasterlijk hebben gehandeld. Dat we andermaal contact hebben opgenomen en gedreigd hebben dat we hiermee naar de media zouden stappen is dus onwaar. Dat de politie volgens het artikel ingeschakeld is om de studiedag te beveiligen naar aanleiding van het tweede telefoongesprek kan dus ook niet waar zijn.
En stel, for argument’s sake, dat we wel voor de tweede keer gebeld hadden met de mededeling dat we hiermee naar de media zouden gaan stappen, als ze onze bevindingen niet serieus zouden nemen. Wat is daar dan eigenlijk mis mee?
En waarom zou de politie, die door een capaciteitstekort handen en voeten mist, op basis hiervan een commerciële studiedag beveiligen? Immers staat het iedereen vrij om naar de media te stappen om misstanden over een persoon en/of organisatie aan de kaak te stellen. Hoewel we de vrees voor de media, voor hun roekeloosheid door de laatste jaren heen, bij de organisator goed kunnen begrijpen, lijkt het ons onwaarschijnlijk dat de politie zich hiervoor zal lenen. Als dit wel het geval zou zijn, dan heeft de politie heel wat uit te leggen aan de burgers, waarom ze hier wel tijd voor hebben terwijl een groot aantal aangiftes door capaciteitstekort niet in behandeling genomen wordt.
Het klopt inderdaad dat wij onder andere op social media ageren tegen het onrecht waar de moslims wereldwijd dagelijks mee te maken hebben en wij blijven ons met zeer veel betrokkenheid, passie en gedrevenheid hiervoor inzetten, ook al is dat sommigen een doorn in het oog.
Toch probeert Kouwenhoven ons weer te framen door te stellen dat we ageren tegen de onderdrukking van moslims, door hier de term ‘vermeend’ te gebruiken. Alsof we ergens tegen ageren, wat in de werkelijkheid niet bestaat. In dezelfde alinea worden we weer uit het niets, zonder onderbouwing, ervan beschuldigd dat we onze tegenstanders online zwart maken. Wellicht dacht Kouwenhoven, dat hoe vaker hij dit ongefundeerd blijft herhalen, hoe overtuigender het over zal komen bij de lezers.
Door dit soort insinuerende termen te gebruiken, probeert Kouwenhoven het frame waarvan hij zich in het artikel constant bedient, overeind te houden. Vervolgens dicht hij ons de beweegredenen toe waarom wij Wijbenga als ‘doelwit’ hebben gekozen. Zo meent hij, dat dit is omdat hij naar voren treedt als criticaster van de radicale islam. Hij geeft hieraan zijn eigen invulling. Dit is een verklaring van Kouwenhoven zelf en niet van ons. En dit moet ook weer gezien worden als framing en heeft niets te maken met waarheidsvinding en deze fair en met open vizier te brengen.
Ook probeert Kouwenhoven ene Jari Rodana valselijk aan de lezers te introduceren als een persoon die direct verbonden is aan het platform Moslims In Dialoog. Hier probeert Kouwenhoven, ongefundeerd, dit CDA verhaal in onze schoenen te schuiven. Ook hebben wij de foto’s niet online geplaatst. Dat heeft Wijbenga namelijk zelf gedaan op Twitter. Ook dit is weer een valse beschuldiging van Kouwenhoven aan ons adres, om zijn framing, dat wij op een intimiderende wijze te werk gaan staande te houden.
Er dient opgemerkt te worden dat als Ibrahim Wijbenga echt geïntimideerd zou zijn door ons, dat dit voor hem een ideale gelegenheid zou zijn om zijn beklag te doen en zijn ongenoegen te uiten in een landelijk dagblad. Niks is minder waar. Wijbenga wilde volgens het artikel geen medewerking hieraan verlenen.
Aantijging m.b.t. Ahmed Aboutaleb
Dat wij een Twitterbericht hebben geplaatst dat er met Ahmed Aboutaleb ‘afgerekend’ dient te worden, is door Kouwenhoven moedwillig volledig uit zijn context gehaald. Waarschijnlijk is dit ook de reden waarom hij het betreffende Twitterbericht niet heeft getoond. Dit zodat bij de lezers de indruk zal ontstaan dat we hebben aangezet tot geweld jegens Aboutaleb.
Het is voor iedereen duidelijk te zien dat het hier om een geestig bedoeld bericht gaat en dus niet zoals Kouwenhoven probeert te suggereren, door het bewust uit de context te trekken om het anders te doen lijken dan het werkelijk is. Dit is een schoolvoorbeeld van de werkwijze van Kouwenhoven en het heeft evident niets te maken met waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier het nieuws brengen.
Aantijging m.b.t. Fouad Sidali
Aantijgingen m.b.t. Ahmed Marcouch
Hij wilde moslims preventief laten opsluiten, bepaalde vrijheden voor moslims wilde hij afschaffen en ook al op de stoel van de rechter gaan zitten, nadat een onschuldig moslimmeisje dat verdacht werd van terrorisme door gebrek aan bewijs vrij werd gesproken door de rechter, door luidkeels te roepen dat als zij vrij zou komen, dat er nieuwe wetten dienen te komen, om haar alsnog veroordeeld te krijgen.
Nee, Marcouch. De reden dat wij je een hypocriet noemen, is omdat we je een huichelachtige hielenlikker vinden en dat vinden wij niet alleen, maar velen met ons. Zelfs je voormalige collegae Kuzu en Öztürk waar je jarenlang mee samen hebt gewerkt binnen de PvdA vinden dat.
Aantijgingen m.b.t. Yassin el-Forkani
Wij hebben geen verklaring afgegeven hierover en/of ergens toe opgeroepen. Wie dat wel begin 2015 heeft gedaan is imam Fawaz Jneid en die verklaring hebben wij op onze facebook pagina gedeeld, opdat onze volgers de islamitische kennis hierover zullen meekrijgen.
Dit is het enige bewijs dat Kouwenhoven aan de lezers toont voor zijn aantijgingen m.b.t Yassin el-Forkani.
De aanleiding van dit bericht is een interview met Yassin el-Forkani waarin bleek dat hij er tot in detail van op de hoogte was dat er verschillende terroristische netwerken in Amsterdam verbleven en paraat stonden om binnen een half jaar een aanslag in Nederland te plegen.
Ons voorstel aan de veiligheidsdiensten was dus om Forkani flink te verhoren, zodat hij deze informatie met ze kon delen, om mensenlevens te redden.
Eerlijkheidshalve moeten we erbij vermelden, dat we dit bericht niet met oprechtheid hadden geplaatst, omdat wij uit ervaring wisten dat Forkani dit volledig uit zijn dikke duim heeft gezogen, om zichzelf weer in de picture te kunnen zetten en de media schuimbekkend aan zijn voeten te krijgen. De politie heeft Forkani vrij snel hierover verhoord (opmerkelijk dat Kouwenhoven dit niet in onze schoenen heeft geschoven) en kwam al gauw tot de conclusie dat het hier om ordinaire angstzaaierij gaat en Forkani dit dus uit zijn dikke nek heeft gekletst, zoals wij dat al hadden verwacht.
Aantijgingen m.b.t. Nordin Ghouddani
Wat Kouwenhoven hier bewust achterwege laat, is dat het hier om een Pownews redacteur c.q. journalist gaat die kwaadwillig de moslims met list & bedrog, misbruikmakend van zijn islamitische achtergrond, in diskrediet wil brengen. Zelfs hen bespioneren in hun gebedshuizen gaat voor hem niet te ver. Hiermee wekt Kouwenhoven de indruk, dat het hier om een doodgewone journalist gaat die het werk door ons onmogelijk wordt gemaakt.
Dat wij hebben gezegd: “Deze smeerlap is een bondgenootschap aangegaan met de vijanden van de Islam!” is weer eens uit de dikke duim van Kouwenhoven gezogen. Dit is simpel na te gaan door de betreffende waarschuwing via de onderstaande link in te zien. En stel, for argument’s sake, dat we dit wel hadden gezegd, dan zou het nog steeds feitelijk juist zijn. Het betreft hier ook een smeerlap die een arbeidscontract is aangegaan met het islamvijandige en moslimhatende Pownews.
Maar wie denkt Kouwenhoven eigenlijk wel niet dat hij is om te gaan bepalen dat onze online uitingen tegen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting zitten, terwijl dit nooit eerder door een rechtbank is getoetst? Ook hier probeert Kouwenhoven ons te framen, als een organisatie die tegen het strafbare aanhurkt.
Terwijl de personen die Kouwenhoven heeft aangehaald in het artikel allemaal publieke figuren zijn, die doorgaans meer te dulden hebben in het publieke domein. Dat betekent dat de vrijheid van meningsuiting veel ruimer wordt gesteld om tegen hun kwaadaardige uitingen, onrecht en misstanden te kunnen ageren.
Adresgegevens online
Dat wij het adres van de ouders van Ibrahim Wijbenga en die van onze stalker (die hier de vermoorde onschuld speelt) op het internet hebben geplaatst is onjuist. Maar het wordt wel ongefundeerd door Kouwenhoven publiekelijk in onze schoenen geschoven.
Het is ironisch om te zien dat Mark van den Berg door Kouwenhoven als ons ‘slachtoffer’ wordt neergezet. Het gaat hier namelijk om een internettrol die duidelijk niks anders te doen heeft in zijn leven dan het non-stop verzinnen van complottheorieën over het gevaar van de Islam en de mosliminvasie in Nederland. Dit doet hij middels lasteren, intimideren, beledigen, persoonlijke gegevens en foto’s te verspreiden. Dit doet hij niet alleen bij moslims, maar ook bij (in zijn woorden) verraders die met de moslims ‘heulen’ en ‘gedogen’.
Deze persoon met zijn krokodillentranen vindt ons al jarenlang obsessief interessant en stalkt ons al jaren, verspreidt en manipuleert Twitter- en Facebookberichten, schuift dit gewetenloos in onze schoenen en fabriceert daarbij de wildste indianenverhalen over ons. Nee, hij is allerminst een ‘doelwit’ van ons, dat zijn wij namelijk al jaren van hem. Kouwenhoven beticht ons ergens van, terwijl zijn opgevoerde slachtoffer dit juist jarenlang bij ons doet. Ook na het NRC artikel ging deze persoon op social media als een bezetene fact free tekeer.
Het was ons al gauw duidelijk dat hij ze niet alle vijf op een rijtje had en we hebben hem dan ook volledig links laten liggen. Ons voornemen is ook om dit in de toekomst te blijven doen.
Ontraceerbaar
Werkgevers lastig vallen
Vervolgens gaat hij, tot vervelens toe, weer op zijn kenmerkende werkwijze door met ons ongefundeerd te framen, en ons vals ervan te beschuldigen dat we ook andere werkgevers hebben lastiggevallen van bepaalde (anonieme) personen. Met als beweegreden die hij zelf heeft bedacht, dat ze kritiek hadden geleverd op jihadgangers.
We hebben nooit werkgevers lastig gevallen, omdat wij het belang er niet van inzien om iemand zonder werk te laten zitten. Daar hebben noch wij noch de samenleving belangen bij. Ideeën dienen met ideeën bestreden te worden en niet door dit soort infantiel gedrag waar Kouwenhoven ons van beticht.
Reactie van Ahmed Marcouch & Lodewijk Asscher
Het is niet toevallig dat Kouwenhoven juist deze twee politici om commentaar vroeg over zijn bevindingen. Zij staan namelijk bekend om om hun geschokte schijnheilige verontwaardiging, waneer er weer eens een tendentieuze artikel over moslims naar buiten wordt gebracht. Met het bestrijden van moslimhaat en racisme win je immers in Nederland geen zetels mee, in tegenstelling tot het nodeloos hard aanpakken van moslims en haar organisaties. De gelegenheid maakt de rat zeggen ze wel eens.
Zo bezien komt het onvervreemdbare recht op vrijheid van meningsuiting en geloofsovertuiging volgens Marcouch en zijn baasje Asscher slechts aan hen toe die zij goedkeuren en die afzien van kritiek op hypocriete leugenachtige bekrompen personen zoals zij. Anders zullen ze moeten vrezen voor hun eer en goede naam, ontbinding van hun organisaties en het opgejaagd worden door de gedachtepolitie.
Dit is puur machtsvertoon van een ongekende vorm. Een verkapte, beangstigende vorm van intimidatie tegen andersdenkenden. Wie intimideert hier nou wie, vragen we ons dan af.
Wat een gebroken moreel kompas. Soms moeten jullie je gewoon schamen Ahmed & Lodewijk.
Conclusie
We hebben ook geen enkele rechtvaardigheid of aanleiding kunnen vinden in het artikel waarom het platform Moslims In Dialoog door Andreas Kouwenhoven geportretteerd zou moeten worden in een drieluik over ‘cyber-jihad’. Er is op geen enkele wijze aangetoond, dan wel aannemelijk gemaakt dat wij ons bezig zouden houden met de ‘cyber-jihad’. Bovendien zijn alle uitlatingen die in het artikel de revue zijn gepasseerd jaren geleden gedaan en zijn nu dus oud nieuws. Dit wekt de indruk dat de aantijgingen slechts gekoppeld zijn aan ‘cyber-jihad’, om te kunnen voldoen aan de nieuwswaardige relevantie ervan.
Voor de aantijging dat wij onze opponenten zouden intimideren biedt het artikel geen enkele feitelijke grondslag. Al die leegheid heeft Andreas Kouwenhoven geprobeerd te maskeren door met enige routine het islamofobe sentiment te gebruiken om ons valselijk te kunnen duiden en te kunnen wegzetten, wat meer iets zegt over hem, dan over ons.
Wij en de goede verstaander van de bovenstaande analyse kunnen slechts één conclusie hieruit trekken en dat is dat de onzorgvuldige en tendentieuze wijze waarop het artikel is opgebouwd en hoe de ‘doelwitten’ van Moslims In Dialoog zijn opgevoerd, bewijst dat NRC journalist Andreas Kouwenhoven, de journalistieke beroepsethiek volledig naast zich neer heeft gelegd tijdens het schrijven van dit artikel. Hij heeft geprobeerd om platform Moslims In Dialoog moedwillig en op een dusdanige doorzichtige wijze in diskrediet te brengen. Hierbij heeft hij zich voortdurend laten bedienen van framing, valse informatie, het manipuleren van de waarheid en het bewust achterhouden van de context waarin de uitspraken zijn gedaan. Of hij past deze net zo makkelijk aan, aan de werkelijkheid die hij zelf liever voor ogen heeft.
Er loopt duidelijk een rode lijn door het artikel en dat is dat Andreas Kouwenhoven geenszins van plan was om het artikel waarheidsgetrouw, onafhankelijk, fair en met open vizier te brengen.
Het is aan Andreas Kouwenhoven om inzichtelijk te maken op welk feitenmateriaal hij zijn belastende aantijgingen heeft gebaseerd. Dit heeft hij zo goed als geheel nagelaten. Als journalist zou Kouwenhoven nieuws moeten brengen in plaats van nieuws te maken, op te kloppen en het schuim onbeheersbaar over de rand te laten lopen.
Van het platform Moslims In Dialoog wordt een dusdanig negatief beeld geschetst, dat niet anders kan worden geconcludeerd dat sprake is van (een poging tot) karaktermoord.
Daarnaast kunnen we ons niet aan de gewekte indruk onttrekken dat het controlemechanisme voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de krant niet goed wordt onderhouden of überhaupt werkt als dit artikel ongefilterd in de krant kon verschijnen. De hoofdredactie is hierin evident verwijtbaar nalatig geweest. Goede journalistiek, vooral als je jezelf profileert als zijnde een kwaliteitskrant, kiest de feiten tot uitgangspunt en neemt haar eigen kwaliteitsnormen serieus. Dat laatste lijkt in dit artikel echter niet het geval te zijn, integendeel.
We hebben sterke aanwijzingen dat Andreas Kouwenhoven er een persoonlijk belang bij heeft, en dat hij middels dit gepubliceerde artikel in de NRC gepoogd heeft om ons in diskrediet te brengen. De mogelijke motieven die hierachter schuilen zullen we verder in de reactie op het artikel toelichten.