THUISTAKEN * 1A * week 08-06-2020
Werking:
Dan maakt het donderdag en vrijdag de taken die hieronder bij donderdag en vrijdag vermeld staan.
Gaat uw kind op donderdag en vrijdag naar school?
Dan maakt het maandag en dinsdag de taken die hieronder bij maandag en dinsdag vermeld staan.
Planning thuis: maandag 8 juni
Wiskunde:
· Les 313: vormen en hoeken
Wb p 44: Er bestaan driehoeken, vierkanten, rechthoeken en cirkels. De leerling mag er uit een papier uitknippen (of tekenen). En met de uitgeknipte vormen een leuk figuur maken. Bv een robot, een auto, ….
· Les 314: + en – met de brug:
werkboek p 45
Oef 1: Maak bij de tekening de juiste bewerking en reken uit. Plaats eventueel de beentje. In de autobus zitten 8 kinderen. Er stappen nog 3 kinderen op. Met hoeveel zitten ze nu in de bus. Er staan 12 bomen in het bos. Door een harde wind kraken er 4 bomen om. Hoeveel bomen staan er nu nog?
Oef 2: Splits. Probeer dat ze snel mogelijk te doen.
Oef 3: Reken uit. Plaats eventueel de beentjes
Oef 4: Lees het verhaal. Met de 2 getallen die je leest, maak je de bewerking.
Taal:
· Lezen in leesboek p 2 en 3
· Lezen in Kern 12: ringboekje p 1 en 2.
Probeer de lange woorden te lezen. Je kan ze in 3 stukjes lezen en zo aan elkaar plakken. Bv op-kij-ken, uit-voe-ren, af-val-len.
· Werkboek p 1: Uit de 3 woorden die onder de tekening staan, haal je het woord die bij de tekening past. Schrijf de 4 woorden in de juiste zin.
· Werkboek p 3: Lees het verhaaltje en schrijf er een mooie titel bij. Verzin iets leuks.
Schrift:
· Woorden met ei – ie: p 30. Bij de prenten zijn er 3 prentjes waarbij het woord soms moeilijk te vinden is. Het gaat over ‘sein (bij het treinspoor), teil (soort emmer/kuip) en kei (stenen)’.
Planning thuis: dinsdag 9juni
Wiskunde:
· Les 315: rekenverhaaltjes
Wb p 46: Lees de verhalen. Haal er telkens de 2 cijfers. Je kan die in kleur aanduiden. Maak dan met die 2 getallen de bewerking. Denk goed na: Moet ik nu + doen? Is er iets dat we samen moeten tellen. Of moet ik – doen? Moet ik iets wegdoen? Onderaan mag je zelf een rekenverhaaltje verzinnen en eventueel er een tekening bij maken.
· Les 316: snelheid
Wb p 47:
Oef 1: Wat gaat traag, snel, sneller, trager?
Oef 2: Weet je nog hoe laat het is?
Oef 3: Probeer samen met mama of papa de volgende oefening. Lukt het niet, geen probleem. (is ook nog moeilijk)
Taal:
· Lezen in leesboek p 4 en 5
· Lezen in ringboekje kern 12: p 3
Ook hier probeer je de woorden in 3 stukjes te lezen.
Lui-ste-ren, trom-me-len, kin-de-ren,…
· Werkboek p 5: Lees het verhaal en beantwoord de vragen.
Schrift:
· Woorden met v – w - b: p 31. Schrijf elk woord 3 keer. PAS OP de verbinding met b, w en v.
Planning thuis: donderdag 11 juni
Wiskunde:
· Les 313: vormen en hoeken
Wb p 44: Er bestaan driehoeken, vierkanten, rechthoeken en cirkels. De leerling mag er uit een papier uitknippen (of tekenen). En met de uitgeknipte vormen een leuk figuur maken. Bv een robot, een auto, ….
· Les 314: + en – met de brug:
werkboek p 45
Oef 1: Maak bij de tekening de juiste bewerking en reken uit. Plaats eventueel de beentje. In de autobus zitten 8 kinderen. Er stappen nog 3 kinderen op. Met hoeveel zitten ze nu in de bus. Er staan 12 bomen in het bos. Door een harde wind kraken er 4 bomen om. Hoeveel bomen staan er nu nog?
Oef 2: Splits. Probeer dat ze snel mogelijk te doen.
Oef 3: Reken uit. Plaats eventueel de beentjes
Oef 4: Lees het verhaal. Met de 2 getallen die je leest, maak je de bewerking.
Taal:
· Lezen in leesboek p 2 en 3
· Lezen in Kern 12: ringboekje p 1 en 2.
Probeer de lange woorden te lezen. Je kan ze in 3 stukjes lezen en zo aan elkaar plakken. Bv op-kij-ken, uit-voe-ren, af-val-len.
· Werkboek p 1: Uit de 3 woorden die onder de tekening staan, haal je het woord die bij de tekening past. Schrijf de 4 woorden in de juiste zin.
· Werkboek p 3: Lees het verhaaltje en schrijf er een mooie titel bij. Verzin iets leuks.
Schrift:
· Woorden met ei – ie: p 30. Bij de prenten zijn er 3 prentjes waarbij het woord soms moeilijk te vinden is. Het gaat over ‘sein (bij het treinspoor), teil (soort emmer/kuip) en kei (stenen)’.
Planning thuis: vrijdag 12 juni
Wiskunde:
· Les 315: rekenverhaaltjes
Wb p 46: Lees de verhalen. Haal er telkens de 2 cijfers. Je kan die in kleur aanduiden. Maak dan met die 2 getallen de bewerking. Denk goed na: Moet ik nu + doen? Is er iets dat we samen moeten tellen. Of moet ik – doen? Moet ik iets wegdoen? Onderaan mag je zelf een rekenverhaaltje verzinnen en eventueel er een tekening bij maken.
· Les 316: snelheid
Wb p 47:
Oef 1: Wat gaat traag, snel, sneller, trager?
Oef 2: Weet je nog hoe laat het is?
Oef 3: Probeer samen met mama of papa de volgende oefening. Lukt het niet, geen probleem. (is ook nog moeilijk)
Taal:
· Lezen in leesboek p 4 en 5
· Lezen in ringboekje kern 12: p 3
Ook hier probeer je de woorden in 3 stukjes te lezen.
Lui-ste-ren, trom-me-len, kin-de-ren,…
· Werkboek p 5: Lees het verhaal en beantwoord de vragen.
Schrift:
· Woorden met v – w - b: p 31. Schrijf elk woord 3 keer. PAS OP de verbinding met b, w en v.