WOS
Het doel van het WOS is kort op de bal spelen bij probleemgedrag van jongeren. Probleemgedrag van een jongere kan worden opgemerkt door verschillende mensen in verschillende contexten op verschillende ogenblikken. Leerkrachten zijn een belangrijk bron van informatie. Leerkrachten brengen namelijk meerdere uren per week samen met de jongere door, en kunnen hem of haar observeren in verschillende situaties en activiteiten (lessituatie, in contact met leeftijdsgenoten, op een uitstap, …). Waar het in het WOS om gaat is hoe die informatie benut kan worden om uiteindelijk een gedragsverandering bij de jongere teweeg te brengen.
Communiceren met ouders over het gedrag van hun kind is niet eenvoudig. Indien er wordt gewerkt met schriftelijke communicatie wordt het nog delicater. Toch is het belangrijk om zorgvuldig aandacht te besteden aan deze communicatie. Anders gezegd, de zeer waardevolle informatie die in het hoofd van de leerkracht zit, moet op een goede manier worden verwoord, wil het WOS een effectief communicatiemiddel met de ouders en de jongere zijn
De juiste woorden vinden om het probleemgedrag te omschrijven is niet eenvoudig. Enerzijds is het belangrijk dat de onaangename boodschap (cf. probleemgedrag) kan worden gebracht. Anderzijds moet er rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de ouders zelf niet op de hoogte zijn van het gedrag dat hun kind stelt en/of ook radeloos kunnen zijn (Checklist Tip 2).
De tips in de checklist willen ervoor zorgen dat de informatie van de leerkrachten niet tot weerstand leidt, maar de betrokkenen ertoe aanzet om tot actie over te gaan. Ouders vinden het belangrijk dat ze duidelijke informatie krijgen over het gedrag van hun kind. Hoe concreter de informatie hoe beter (Checklist Tip 4). ‘Hoe frequent doet dit gedrag zich voor?’ ‘Loopt het in sommige lessen beter?’...
Observaties kunnen geformuleerd worden in termen van een oprechte bezorgdheid van de leerkracht (Checklist Tip 4), zonder dat het waargenomen gedrag moet worden geïnterpreteerd (X doet dit omdat …) of veralgemeend (Checklist Tip 5). Het is wenselijk alleen te beschrijven wat je zelf hebt vastgesteld (Checklist Tip 3). Tevens is het nodig dat er ook voldoende aandacht wordt besteed aan de dingen die de jongere wel goed doet. Soms vraagt dit wat denkwerk maar elk klein stapje in de goede richting is het vermelden waard en kan er toe bijdragen dat ouders het gemelde probleemgedrag ernstig nemen (Checklist Tip 6 en 7). In welke situatie reageert de jongere goed? Wat doet hem/haar deugd? Wanneer lukte het wel?...
Omgaan met jongeren die probleemgedrag stellen is niet alleen zeer vervelend voor leerkrachten die een hele klas te managen hebben, het vergt ook veel energie. Het is dan ook te begrijpen dat leerkrachten wel eens willen ventileren, bijvoorbeeld tijdens een klassenraad. Uiteraard kan het WOS nooit als uitlaatklep dienen (Checklist Tip 1).
Tevens is het belangrijk de geschreven WOS mail op spellingsfouten na te lezen en ervoor te zorgen dat de naam van de jongere correct geschreven is. Het spreekt voor zich dat dit elementair is als bijvoorbeeld een gebrek aan interesse en onoplettendheid van de jongere werd aangekaart (Checklist Tip 10). Voorts dient vakjargon zoveel mogelijk te worden vermeden, en waar nodig te worden toegelicht (Checklist Tip 9). Tenslotte kan het helpen om indien relevant naar het schoolreglement te verwijzen (Checklist Tip 8).