Handicap 1
Autisme
Voorbeeld uit een dag van een kind met Autisme
- verwacht geen snelle reactie - gun ze puzzeltijd;
- wees duidelijk, zeg wat je bedoelt en doe dan ook wat je zegt;
- gebruik liever geen woordspelingen, grapjes of figuurlijk taalgebruik;
- maak tijdsaanduidingen concreet; dus over 5 minuten, over een uur, na de pauze.
- vermijd lichamelijk contact, ook als dat vriendschappelijk is. De meeste kinderen met autisme worden niet graag aangeraakt.
Wat is Autisme
Autisme is een aangeboren stoornis in de hersenen. Alles wat mensen met autisme zien, horen, ruiken etc. wordt op een andere manier verwerkt. En dat brengt een andere mix van sterke en zwakke kanten met zich mee. Zo hebben mensen met autisme vaak een goed oog voor detail, zijn ze eerlijk, recht door zee, analystisch en hardwerkend, maar hebben ze moeite met overzicht houden en sociale contacten en hebben ze een opvallend beperkt aantal interesses of activiteiten.
Kenmerken van Autisme
- Ontbreken van het maken van oogcontact naar anderen
- Je kind speelt niet of nauwelijks met andere kinderen
- Je kind heeft geen leeftijdsgenootjes als vriendjes of vriendinnetjes
- Je kind maakt niet of bijna geen gebaren zoals bijvoorbeeld uitzwaaien
- Je kind heeft veel moeite met gezamelijke aktiviteiten
- Je kind maakt opvallend ongebruikelijke bewegingen zoals handgebaren (fladderen) of min of meer mechanische bewegingen zoals op en neer wippen wat erger wordt wanneer hij of zij van slag is.
- Je kind wordt helemaal in beslag genomen door een bepaald onderwerp (preoccupatie) waarbij alle details of wetenswaardigheden over dat onderwerp van buiten worden geleerd.
- Je kind kan zich niet in een ander verplaatsen. Daardoor lijkt het bijvoorbeeld alsof ze een monoloog aan het voeren is als ze met je praat.
Hoe ga je met kind om die autisme heeft?
- Gebruik concrete taal voor kinderen met autisme.
- Korte zinnen, niet babbelen.
- Je kind kan vaak maar één ding tegelijk (niet: niet praten en kijken tegelijk).
- Vermijdt eindeloze discussies. Je kind begrijpt je standpunt niet en zal het ook niet gaan begrijpen. Hij moet gewoon doen omdat het moet.
- Wees juist zakelijk in plaats van emotioneel.
- Stel concrete vragen en wees geduldig bij het krijgen van een antwoord, dit duurt soms namelijk wat langer.
- Wees voorspelbaar en geef veranderingen tijdig aan.
- Lok communicatie uit en geef je kind tijd om de informatie te verwerken.
- Geef gevoelens en emoties aan het contact. Je kind heeft namelijk wel degelijk gevoelens en verlangt dit, net zoals ieder ander kind, ook.
- Communiceer met 1 ding tegelijk.
- Wacht even tot het kwartje bij je kind is gevallen. Door de informatieverwerkingssnelheid duurt het wat langer.
- Geef duidelijkheid en stel regels. Je kind kan weleens claimend zijn, maar dat komt door zijn behoefte aan duidelijkheid.