Crisis binnen de opvang
Wat kunnen we doen
kinderen gaan van de opvang
Kinderopvang wordt voor veel mensen te duur, en er raken ouders werkloos. En daardoor gingen in het afgelopen half jaar 40.000 kinderen minder vaak naar de opvang dan een jaar geleden. Met dramatische gevolgen voor de ondernemers en het personeel in de opvang.
Ouders brengen hun kinderen steeds minder vaak naar de BSO. Ze doen dat omdat de kosten te hoog zijn. In plaats daarvan gaan ze minder werken om zo zelf voor de kinderen te kunnen zorgen.
Een op de vier ouderparen meldt dat ze minder uren zijn gaan werken of dat één van de twee helemaal is gestopt. De overgrote meerderheid doet dit vanwege de hogere kosten voor kinderopvang. "Uit de cijfers blijkt dat het niet door werkloosheid komt, maar puur door het beleid. Op deze manier worden jonge ouders weggejaagd van de arbeidsmarkt."
Het gebruik van kinderopvang is in dit jaar met 13 procent gedaald.
Uit het onderzoek blijkt dat 40 procent van alle ouders minder uren afneemt. Ze vangen dit op met informele opvang, passen hun arbeidstijden of werkplek aa. Een kwart van de ouders is dit jaar minder uren gaan werken of helemaal gestopt. Als reden geeft 80 procent aan dat dit komt door de te dure opvang.Meestal leveren ze 5 tot 8 uur werktijd per week in. Bij één derde gaat het om een halve dag (3 -5 uur).
De vakbond en minister staan lijnrecht tegenover elkaar. Volgens Asscher is de terugval een gevolg van de crisis, volgens de FNV wordt deze juist veroorzaakt door het kabinetsbeleid dat opvang steeds duurder maakt. Per 1 januari hebben ouders met een hoog inkomen geen recht meer op kinderopvangtoeslag.
Doordat er weinig nieuwe aanmeldingen komen, neemt het ontslag van collega’s sterk toe. De opvang draait verlies waardoor collega’s overbodig worden. Weinig personeel en dubbel zoveel inzet. Er staan 2 collega’s op de BSO groep. Tijdens het ophalen van kinderen is het haast niet te doen. Elk collega’s moet op z’n dag 3 scholen ophalen.