Pedagogische opdracht
Een pedagoog word je zo!
Wat heeft het kind nodig?
De kinderen hebben behoefte aan een goed pedagogisch klimaat. Zij kunnen dit niet zonder jou. Als ik kijk naar onze werkwijze op school, zie ik een erg standaard aanpak. kinderen wijzen op de regels en de kinderen vertellen wat ze anders moeten doen. is dit wel de goede aanpak? Werkt dit wel zoals we hopen dat dit werkt? Of werkt het alleen maar averechts?
We voeden toch allemaal al lang op!?
Pedagogisch werk in ouze samenleving is de primaire taak van de ouders, die daarbij de stuen en de belemmeringen ondervinden van Beelddragers, aldus Langeveld. Beelddragers ziet hij als datgene wat in die bepaalde samenleving doorgaat als wenselijke of toelaatbare gestalte van de mens.
Wat kinderen tegenkomen in het dagelijkse leven, beinvloed hun gedrag. Door de kinderen bewust te maken van wat de omgeving hiervan vind en reageert op het gedrag, krijgen de kinderen een beter besef van de beelddragers. Wat kan wel en wat kan niet?
Neem het voorbeeld in de klas. "Jan, jij mag niet schreeuwen door de klas." Hier geef je aan het kind aan wat hij niet mag doen, maar hij heeft geen besef bij wat nou het beeld is dat wenselijk of toelaatbaar is. "Jan, ik zie dat je door de klas heen schreeuwt. Wat vind de klas hiervan?" Met deze aanpak laat je zien hoe het kind staat in de klas en of de kinderen zijn gedrag wenselijk vinden. Het kind kan zich dan op zijn manier aanpassen aan het klimaat van de klas.
Wanneer ingrijpen?
Wanneer je moet ingrijpen op gedrag van een kind is natuurlijk altijd verschillend. Wat is de rede dat een kind deze acties uitvoerd? Wat zijn de beweegredenen? Aan de hand van deze redenen kun je jou acite plaatsen. Neem nu de volgende situatie:
Leeractiviteiten: wanneer leerlingen niet actief meedoen in het onderwijs of hun eigen werk niet doen. Wanneer grijp je in? Dit hangt natuurlijk af van de activiteit. snappen de kinderen de activiteit? Of doen de kinderen het voor de aandacht?
Ook pratende over normen en waarden komen we uit op dezelfde conclusie. normen en waarden zijn voor iedereen anders. Hoe ver kan een kind gaan bij zijn beste vriend, of een kind dat hij niet zo aardig vind. Deze verschillen in normen, zullen ook jou leerkracht gedrag aanpassen.