Moslims In Dialoog
Volgt kritisch & onderzoekt
Onderzoeksverslag
De maatschappelijke rol van de journalistiek wordt vaak beschreven in relatie tot de politiek en burgers. De media spelen een belangrijke rol in dit publieke domein. Ze zorgen voor uitwisseling van informatie tussen burgers en politiek. Idealiter biedt journalistiek een onpartijdig platform voor het maatschappelijke debat en nemen journalisten een kritische houding aan in de rol van 'waakhond van de democratie'. Door deze publieke rol brengt de journalistiek bepaalde verantwoordelijkheden met zich mee. Journalisten horen niet alleen zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun producties, maar zouden ook verantwoording moeten afleggen aan de burgers. In een democratische samenleving zijn burgers immers afhankelijk van de media voor een onafhankelijke en betrouwbare informatievoorziening.
De consequenties van journalistiek onderzoek zijn misschien niet zo ingrijpend als die van justitie, maar het doel moet hetzelfde zijn: waarheidsvinding. Iedereen die zich journalist noemt, zou zich bewust moeten zijn van die dure plicht. Hoofdredacties dienen dat proces zo goed mogelijk te begeleiden en controleren. Het organiseren van tegenspraak is daarbij onontbeerlijk om de geloofwaardigheid goed overeind te houden.
Zo is op 18 oktober jl. het artikel genaamd 'Het kalifaat is de oplossing voor alles' in de zaterdageditie van NRC Next gepubliceerd.
Allereerst is het ons opgevallen dat Kouwenhoven gebruik heeft gemaakt van een gefingeerde c.q. fictieve naam, namelijk "Abu Muhammed". Dit kan nooit een officiële naam zijn, maar wordt slechts gebruikt als pseudobenaming, wat ook in het artikel door Kouwenhoven wordt bevestigd. Dit is in strijd met de journalistieke beroepsethiek en de NRC richtlijnen die zij zichzelf hebben opgelegd. Deze zijn ook vastgelegd in het NRC stijlboek. Hierin staat namelijk dat het gebruik van gefingeerde c.q. fictieve namen niet toegestaan is, wanneer de echte naam bekend is bij de journalist. Als er over iemand wordt bericht die met recht anoniem moet blijven, dan worden er geen verzonnen namen gebruikt, maar dient de persoon in kwestie in neutrale termen te worden omschreven als zijnde dader, man, vrouw en dergelijke. De echte naam van de betreffende persoon wordt dus nergens vermeld, slechts een van zijn vermeende internetpseudoniemen. Er is dus ondubbelzinnig sprake van een gefingeerde naam c.q. fictieve naam, waar Kouwenhoven zich bewust van is.
Daarnaast is het opmerkelijk te noemen dat precies dezelfde naam tweeënhalve week eerder onder de aandacht is gebracht door zijn collega NRC journalist Hans Beerekamp. Hierbij werd deze naam ook gekoppeld aan een jihadist die al in Syrië zit.
PROFIEL
Het profiel van "Abu Muhammed" is buitengewoon uitgebreid beschreven in het artikel. Het zou op basis van deze informatie niet moeilijk moeten zijn te achterhalen wie deze jongeman is. Het geven van zo veel detailinformatie over deze persoon leidt er toe dat Kouwenhoven het doel (de bron anoniem houden om beschermende redenen) voorbijschiet. De volgende punten worden expliciet genoemd:
· Nederlandse jihadist
· IS sympathisant
· Wil naar het Kalifaat verhuizen
· Is erg voorzichtig om te voorkomen dat hij wordt opgepakt
· 24 jaar
· Geboren in Iran
· Sinds zijn vijfde woonachtig in Nederland
· Heeft een broertje
· Woonde aantal jaar in een asielzoekerscentrum
· Heeft op de Broklede gezeten. De enige middelbare school voor HAVO in Breukelen.
· Hij heeft de HAVO gehaald
· Is aan 3 HBO opleidingen begonnen, maar binnen een jaar ermee gestopt.
· Fanatieke Feyenoord supporter
· Bezoekt in zijn eentje wedstrijden van Feyenoord
· Heeft een vaste baan gehad bij Kentucky Fried Chicken in Utrecht
· Werkt als koffiemachine vuller
· Heeft naar eigen zeggen een leuke baan ondanks het ver onder zijn opleidingsniveau ligt.
· Heeft een smartphone
· Heeft een Facebookpagina
· Verheerlijkt op Facebook oorlogsmisdaden
· Spaart voor Jihadreis
· Verlegen
· Mager
· Rommelige zwarte baard van nog geen 2 cm.
· Draagt een bril met rechthoekige glazen
· Draagt een horloge
· Hij kan koken
· Rookt sigaretten
· Alleenstaand
· Woonachtig bij zijn ouders in Maarssen
· Wil trouwen in het Kalifaat
· Behalve een paar jongens weet niemand van zijn plannen
· Is een moskeeganger
· Was een Shi’iet
· Bekeerd tot het Soennitische Islam
· Tot zijn 15e geen praktiserende moslim
· Ouders zijn geen praktiserende moslims
· Vanaf zijn 15e ging hij zich verdiepen in de Islam, bekeerde hij zich en werd soenniet
· Vanaf zijn 18e jaar begon hij te radicaliseren
· Heeft vanaf zijn 18e veel boeken gelezen van jihadistische geleerden
· Heeft op zijn 19e een Islamitische website opgezet
· Heeft een Youtube kanaal met video's die jihadistisch van aard zijn
· Is de Arabische taal niet machtig
· Neemt de Islam serieus en brengt zijn dag door met het opdoen van Islamitische kennis
· Kijkt vaak naar jihadistische filmpjes
· Voelt zich verwant met jihadstrijders
· Heeft zich een jaar geleden bij Hizb ut-Tahrir aangesloten
· In Nederland bezocht hij lezingen van Hizb ut-Tahrir in Utrecht
· Hij is uiteindelijk bij Hizb ut-Tahrir weggegaan
· Heeft geen hekel aan Nederland
· Is gelukkig in Nederland
· Is tegen het doden van onschuldige burgers
MOTIEF
Dit heeft als gevolg dat dergelijke personen zeer argwanend zijn ten opzichte van figuren die dergelijke thema's bespreekbaar willen maken en al helemaal naar journalisten die dit in de openbaarheid willen brengen. In dit geval bleef het niet alleen bij een interview, want Kouwenhoven mocht blijkbaar ook meerdere malen meelopen op zijn werk, anders zou hij dit niet geobserveerd kunnen hebben. Verderop in het artikel wordt duidelijk gemaakt dat hij niet wil dat iemand op zijn werk van zijn plannen afweet. Uiteraard zullen collega's zich afvragen wie deze persoon is, en waarom hij met "Abu Muhammed" meeloopt; een uiterst curieuze keuze dus.
Waarom zou iemand behorend tot een groep waarvan bekend is dat zij zeer argwanend is tegenover de overheid en de media, bij een wildvreemde journalist opbiechten dat hij zich zo snel mogelijk bij een organisatie, die internationaal gezien wordt als de gevaarlijkste terroristische organisatie ooit, aan wenst te sluiten? En dit terwijl hij hier tot wel 15 jaar celstraf voor kan krijgen? En wat is de toegevoegde waarde om erbij te vermelden dat hij hiervoor aan het sparen is?
Het is ons inziens ontzettend opvallend, zo niet verdacht, dat "Abu Muhammed" zo extreem open is over zijn denkwijze en voornemens. Het is zelfs ongeloofwaardig te noemen dat hij met een (voor hem) vreemde persoon, die net zo goed van de politie of de AIVD kan zijn, op een openbare plek in geuren en kleuren over zijn ambitie om zich aan te sluiten bij de IS vertelt. Dit terwijl het volgens Kouwenhoven om een intelligente persoon gaat die er alles aan doet om een manier te vinden om veilig het land uit te komen teneinde zich bij de IS aan te sluiten en zich ervan bewust is dat de kans groot is dat hij wordt opgepakt. Het motief voor zo’n persoon om op deze wijze mee te werken ontbreekt volledig. Dit kan daarom onmogelijk de handelswijze zijn van een 'jihadist' die er alles aan gelegen is om niet op te vallen voor de buitenwereld.
We hebben dit ook voorgelegd aan een aantal journalisten die zich onder meer bezig (hebben) gehouden met radicalisme en jihadisme. Ze vinden het artikel separaat van elkaar - op basis van hun kennis en ervaring - een volstrekt ongeloofwaardig verhaal.
"Het beeld dat je door dit verhaal krijgt wijkt volledig af van de werkelijkheid. Er is geen enkel motief te bedenken voor een jihadist om hieraan mee te werken, integendeel."
Dat Kouwenhoven niet door collega journalisten hierover wordt aangesproken, komt volgens de journalisten vooral doordat er geen traditie bestaat van elkaar bevragen op de kwaliteit van het gevoerde werk en dat er zelfs een ongeschreven regel is dat het ongepast is om dat te doen.
Wel is het ironisch dat Kouwenhoven zelf op 09 februari jl. een artikel hierover heeft geschreven (genaamd: 'Een jihadist ziet overal spionnen') waarin hij zelf onderschrijft dat bij dit soort personen het veiligheidsbewustzijn sterk is ontwikkeld, soms zelfs tegen het paranoïde aan.
DISCREPANTIE
Het is curieus dat "Abu Muhammed" zo openhartig en uitgebreid over zijn nogal opvallende verleden spreekt. Het feit dat hij van Iraanse afkomst is en zich vanuit het sjiisme bekeerd heeft naar de soennitische Islam, is een uiterst opvallend feit dat je, als je zo graag anoniem wil blijven, niet aan de grote klok zult hangen.
Het valt ook op dat hij vrijdag een middagpauze heeft, terwijl het verplicht is voor een moslim om vroeg in de middag bij het vrijdagsgebed aanwezig te zijn. Het is daarom zeer ongeloofwaardig dat een praktiserende moslim nalatig omgaat met een enigszins gemakkelijke verplichting, terwijl hij wel bereid is om zijn ziel op te offeren en zich aan te sluiten bij de IS in een oorlogsgebied.
Het is opmerkelijk te noemen dat hij bij de Kentucky Fried Chicken gewerkt zou hebben. Indien iemand zoals "Abu Muhammed" veel kennis opdoet omtrent Islam, dan weet hij dat het niet toegestaan is om bij KFC te werken, omdat ze daar niet-halal vlees verkopen.
Wat ook opvalt, is dat hij met Kouwenhoven afspreekt in een niet nader te noemen café naast het station. Het vreemde hiervan is dat je een praktiserende moslim nooit in een café zult zien, omdat ze daar alcohol verkopen en het dus verboden is om in een dergelijke omgeving te verblijven. Er zijn in de directe omgeving van het station van Utrecht genoeg islamitisch verantwoorde plekken om af te spreken. Het is onbegrijpelijk dat een praktiserende moslim hiervoor kiest, terwijl er genoeg toegestane alternatieven zijn. Daarnaast vinden we het ook vreemd dat Kouwenhoven ervoor heeft gekozen om wel te beschrijven waar het café zich bevindt, maar de naam van het café niet te noemen.
Tevens is het alom bekend dat praktiserende moslims niet roken omdat het zeer schadelijk is voor de gezondheid en daarom dus verboden in de Islam. De kans dat zo iemand dergelijke zaken verricht, en dan ook nog eens in het openbaar, is nihil te noemen.
Een ander opvallend 'feit' is dat "Abu Muhammed" volgens Kouwenhoven al in 1999 op de middelbare school (HAVO) zat. Als hij nu inderdaad vierentwintig zou zijn, dan zou dat betekenen dat hij in 1999 negen à tien jaar zou zijn. Het is onmogelijk dat iemand op die leeftijd al middelbaar onderwijs volgt en het is dus feitelijk onjuist.
"Abu Muhammed" prijst bepaalde geleerden. Het vreemde hiervan is dat deze geleerden tegen de IS zijn en dat dit ook algemeen bekend is. Als je je echt ergens bij wil aansluiten, is het enigszins vreemd te noemen dat je juist de geleerden prijst die hier faliekant tegen zijn.
Het valt ook op dat "Abu Muhammed" zich uitdrukt op een manier die niet goed aansluit bij zijn achtergrond als jihadist. De term 'warrior gevoel' zal zeker niet door een moslim gebruikt worden in de context van de Jihad. Dit is eerder een term die door buitenstaanders (lees: niet-moslims) gebruikt zou worden om de Jihad te omschrijven.
Volgens Kouwenhoven heeft "Abu Muhammed" het volgende gezegd:
“Moorden is verslavend, zeggen ze. Als je er één doet, doe je er meer. Misschien is dat voor mij ook zo.”
“En bovendien is het verboden in de islam om onschuldige burgers (langslopende militairen) te doden.”
Eerst wordt het beeld gecreëerd dat mensen vermoorden geen probleem is en dat het wellicht zelfs verslavend kan werken en even later zegt "Abu Muhammed" dat het verboden is in de Islam om onschuldige burgers, in dit geval langslopende militairen, te doden. Een jongeman die graag bij de IS wilt aansluiten en het eigenlijk niet eens is met hun regels; dat klinkt ongeloofwaardig.
ONZICHTBAAR
We kennen de Utrechtse moslimgemeenschap erg goed. Het is een open gemeenschap waarin iedereen elkaar enigszins kent. We hebben hierover contact opgenomen met actieve leden binnen de moslimgemeenschap en moskeeën die hun netwerk hebben benaderd. Ze hebben allen kenbaar gemaakt dat het onmogelijk is dat deze persoon met dergelijke afwijkende persoonlijke eigenschappen en profiel ten opzichte van de gemiddelde moskeeganger zich in de Utrechtse moslimgemeenschap bevindt. Desondanks beweert Kouwenhoven stellig dat "Abu Muhammed" bekend is binnen de moslimgemeenschap door het bezoeken van een moskee alwaar hij andere jongeren ontmoet.
Ook kunnen we nergens de betreffende Facebookpagina met de reacties die op 3 oktober jl. geplaatst zouden zijn, traceren. Ook de website en de Youtube account die aan de omschrijving voldoen, kunnen we nergens terugvinden. Hoe is het mogelijk geweest voor Kouwenhoven om deze "jihadist" op socialmedia te vinden die slechts met "Kalifaataanhangers" van over de hele wereld communiceert en dus zeker niet met Westerse journalisten en min of meer gedwongen is in anonimiteit te leven? Terwijl we met al deze informatie zeer intensief en gericht hebben gezocht, gebruikmakend van verschillende spellingswijzen, niets konden vinden.
ANONIMITEIT
De kern van de journalistieke discipline betreft verificatie. Het is deze discipline van verificatie die het onderscheid bepaalt tussen wat journalistiek is en wat amusement, propaganda en fictie is. De journalist controleert de feiten in zijn berichtgeving en maakt die feiten zoveel mogelijk controleerbaar. Bij bronnen die anoniem opgevoerd worden lukt dat vaak niet. Het zijn de zwakst mogelijke bronnen binnen de journalistiek en dat is meestal vragen om moeilijkheden. Wie garandeert er dat een sprekende anonieme bron niet is verzonnen? Bronnen zelf parafraseren kan namelijk heel goed. Dit speelt temeer bij hypergevoelige onderwerpen zoals integratie en de islam, die al tien jaar een dominant frame vormen. De krant moet daarom met de grootste terughoudendheid van dit middel gebruik maken. Het kan dus alleen als de informatie niet op een andere wijze kan worden verkregen, als het belang van de informatie evident is, en als de juistheid vaststaat. De meeste redacties hebben regels voor anonieme bronnen, maar het is opvallend hoe onzorgvuldig hiermee omgegaan wordt. En dat is bij dit artikel zeker het geval.
We hebben geconstateerd dat in dit artikel de anonimiteit hoogtij viert. Het verhaal is nagenoeg geheel opgehangen aan één anonieme bron. Het is volledig onbezonnen dat een artikel dat over zulke maatschappelijke als politiek gevoelige onderwerpen gaat op basis van één anonieme bron gepubliceerd wordt. Vandaar dat de meeste redacties eisen dat er bij het gebruik van anonieme bronnen minstens twee bronnen moeten zijn die het verhaal onafhankelijk van elkaar bevestigen. Dat is extra noodzakelijk bij hypergevoelige onderwerpen als deze. De anonimiteit van de bronnen moet namelijk altijd wijken voor het grotere belang, de betrouwbaarheid. Voor ons is het daarom volstrekt onbegrijpelijk waarom er besloten is bij de hoofdredactie dat dit per se gepubliceerd moest worden.
Volgens het NRC stijlboek kunnen er alleen anonieme bronnen aangevoerd worden als de juistheid vaststaat en het dus slechts gaat om feitelijke informatie. We hebben eerder in het verslag al aangetoond dat er heel wat discrepantie en feitelijke onjuistheden in het artikel zitten. Je zou ervan moeten uitgaan dat de hoofdredactie zeer terughoudend zou zijn met de verkregen informatie van een anonieme bron en dat ze in ieder geval tot het uiterste zouden moeten gaan om die verkregen informatie te checken. Niets in minder waar. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de informatie van "Abu Muhammed" nauwelijks elders is geverifieerd. Wellicht is het hebben van een "primeur" belangrijker voor de NRC dan het verifiëren van de verkregen informatie.
Ook is het zeer ongebruikelijk dat dit soort complexe en hypergevoelige onderwerpen aan een enkele journalist wordt overgelaten. Een bedrieger die moet samenwerken met een collega die overal meekijkt heeft het een stuk lastiger. Bij een sterk duo kan de betrouwbaarheid beter ingeschat worden en het vermindert de kans op een tunnelvisie én het manipuleren van de waarheid. Dit is op zich al zwaarwegend genoeg om twee verslaggevers erop te zetten. Zeker wanneer het onderzoek naar een gesloten, heimelijke wereld - in dit geval die van de jihad - betreft die een open zenuw in de samenleving raakt en waar journalisten normaliter geen ingang hebben. Waarbij bij voorbaat vaststaat dat anonieme bronnen onvermijdelijk zijn. De meeste artikelen die hierover gaan zijn door Kouwenhoven op basis van anonieme bronnen gepubliceerd.
En tenslotte de wijze waarop het interview is opgebouwd en hoe de anonieme bron opgevoerd wordt. Dit alles wekt op zijn minst de schijn van een verborgen mening van de journalist. Het betreft namelijk politiek georiënteerd nieuws dat door Kouwenhoven gebruikt wordt om een punt te kunnen maken.
ANDREAS KOUWENHOVEN
Via Twitter hebben we contact opgenomen met NRC journalist Andreas Kouwenhoven om een aantal vragen beantwoord te krijgen.
Wat ook zeer opmerkelijk is, is dat Kouwenhoven weet welke pseudobenamingen, website en Youtubekanaal aan deze persoon gelinkt zijn, terwijl hij in eerste instantie slechts zijn echte naam kent via Facebook. Hoe kan hij dit weten? Dit kan alleen wanneer deze persoon deze delicate informatie verstrekt heeft. Waarom zou hij dat doen? Het is natuurlijk niet voor niets dat hij pseudobenamingen gebruikt bij zijn online activiteiten. Hoe heeft Kouwenhoven dit kunnen verifiëren? Want stel je voor dat hij het onwaarschijnlijke heeft gedaan en belangeloos al deze informatie verstrekt heeft aan Kouwenhoven. Hoe heeft Kouwenhoven kunnen verifiëren dat deze accounts daadwerkelijk van hem zijn en dat hij dit niet ter plekke heeft verzonnen?
HOOFDREDACTIE
Dit is de reactie de we hebben ontvangen van NRC adjunct-hoofdredacteur Marieke Stellinga:
Onze reactie hierop:
NRC OMBUDSMAN
In plaats van ons te voorzien van een inhoudelijke reactie op onze bevindingen en deze te onderzoeken, heeft de NRC Ombudsman slechts als een kritiekloos doorgeefluik van de hoofdredactie gefungeerd. En zo vreemd is dat natuurlijk niet als men weet dat het hier feitelijk om een redacteur gaat die elke maand een salarisstrookje wenst te ontvangen van de NRC en die de symbolische titel "NRC ombudsman" mag dragen om enig vertrouwen op te wekken bij de lezers. In de praktijk betekent dit dat hij met regelmaat de lezers voorziet van amuserende columns over de journalistiek en het externe gevaar (lees: lezerskritiek) mag neutraliseren. Ook hier geldt immers het spreekwoord 'Wiens brood men eet, diens woord men spreekt'.
En dat is dus ook in ons geval gebeurd. In plaats van onze bevindingen te onderzoeken en onze e-mail inhoudelijk te beantwoorden heeft hij gekozen, hoogstwaarschijnlijk in samenspraak met de hoofdredactie, om het direct in het openbaarheid te brengen door een column in de krant te publiceren.
Dit artikel moest vooral dienen als damage control, door ons het gras voor de voeten weg te maaien. Desondanks zijn we blij dat hij hiermee is gekomen, omdat het informatie bevat waarop we graag dieper in willen gaan.
Allereerst valt het ons op dat hij overduidelijk de moeite neemt om een poging te wagen ons in diskrediet te brengen alvorens hij inhoudelijk op onze bevindingen in gaat. Zo suggereert hij dat we een stel 'zelfbenoemde Googlespeurders' zijn en dat we een 'clubje' zijn die er een 'eigen agenda' op nahoudt en overal spoken ziet die de islam zwart willen maken. Wij zouden daarom dus niet objectief kunnen zijn waardoor onze bevindingen als 'radicale aantijgingen' weggezet kunnen worden.
Lariekoek! We hebben van meet af aan aangegeven dat ze ons moeten zien als ieder andere kritische lezer die een aantal serieuze vragen en bevindingen willen voorleggen. Niks meer en niks minder. Dat hij het anti-islam sentiment gebruikt heeft om ons te kunnen duiden, zegt meer iets over hem dan over ons. Blijkbaar valt dit ook onder het amuseren van de lezers, wat, zoals eerder aangegeven, gezien moet worden als de hoofdtaak van de NRC ombudsman.
Vervolgens probeert hij de vele discrepanties en de extreem openlijke (onlogische) houding van "Abu Muhammed" te marginaliseren met de verklaring dat het wel vaker voorkomt dat men de gevolgen van hun publieke uitlatingen niet kan overzien en dat het waarschijnlijk hier ook het geval is. Dat hij dan mediagetrainde politici aanhaalt als schoolvoorbeeld is tekenend. Want het gaat hier niet om een politicus of om een andere publiekelijk figuur. Nee, het gaat hier om een "jihadist" die zich wil aansluiten bij de IS en die alle redenen heeft om zijn uitlatingen te overzien en volledig uit de spotlights te blijven.
En hoogstwaarschijnlijk heeft hij inderdaad geen mediatraining gehad, maar dat moet gezien worden als extra argumentatie dat dit soort mensen geen enkel motief c.q. belang hebben om hieraan mee te werken. Het is daarom ook niet zo vreemd dat in de Nederlandse journalistiek een dergelijk interview nog nooit is vastgelegd door een journalist, behalve dan door Perdiep en van hem weten we allen hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen. Dat er een dergelijke vergelijking in deze context gemaakt wordt, zegt ook veel over het relativisme en de grote afstand van redacties ten opzichte van de dagelijkse realiteit.
Ook de NRC ombudsman bevestigt dat Kouwenhoven bewust een gefingeerde c.q. fictieve naam heeft gebruikt, terwijl hij op de hoogte is van zijn echte naam. De overige zaken die aangehaald zijn, als we er vanuit gaan dat de ombudsman waarheidsgetrouw is, zeggen ook weinig over de betrouwbaarheid van de bron en of er daadwerkelijk contact is geweest. Dit kan namelijk net zo makkelijk in scène zijn gezet.
Vervolgens zegt hij dat "Abu Muhammed" het verhaal nog eens telefonisch bevestigde en dat hij (nog) niet is uitgereisd, maar nu wel benaderd is door de politie en zijn baan is kwijtgeraakt. Ook dit zit zo onlogisch in elkaar; dat een "jihadist" braaf blijft meewerken met de media, na alle schadelijke gevolgen die hij mogelijk door de publicatie heeft moeten ondergaan. Nota bene bevestigt hij nogmaals zijn vertrekplannen door de telefoon, terwijl hij zich er zeker bewust van moet zijn dat zowel de politie en de AIVD hem constant in de gaten houden en dat zijn telefoon zeker wordt afgetapt. Je zou denken dat hij alles zou ontkennen nu hij in het vizier is, dat kan door zijn anonimiteit namelijk heel makkelijk. Dit zou meer vanzelfsprekend zijn, om ze zodoende op een dwaalspoor te zetten en natuurlijk zodat het in de toekomst niet door justitie tegen hem gebruikt gaat worden. Dat hij netjes in deze rol blijft, is daarom zeer onwaarschijnlijk te noemen.
Nog iets belangrijks om bij stil te staan is, dat de reden waarom de identiteit van "Abu Muhammed" zo delicaat is dat hij anoniem moet blijven, de angst is dat hij zijn baan zou kwijtraken en dat de politie achter zijn plannen zou komen. Beide argumenten zijn niet meer van toepassing en daarom is het in het geheel onduidelijk waarom er nog zo geheimzinnig wordt gedaan door de ombudsman over de identiteit van "Abu Muhammed" terwijl daar geen enkele zwaarwegende redenen meer voor zijn. Waarom verdient hij nog bescherming en blijven verificatie en betrouwbaarheid een secundair belang?
Het lijkt wel alsof de NRC ombudsman zelf niet op de hoogte is van de journalistieke beroepsethiek als het gaat om het aanvoeren van anonieme bronnen. Het basisprincipe is dat je er juist niet vanuit moet gaan dat het klopt wat een anonieme bron je vertelt en dat alles tot in de kleinste details gecheckt dient te worden, omdat de betrokken journalist verantwoordelijk is voor de betrouwbaarheid van de informatie die zo’n bron geeft. Vooral als de biografie in dit geval een essentieel onderdeel betreft.
Volgens de school is het relaas van Kouwenhoven, geverifieerd door de ombudsman en de hoofdredactie, pertinent onjuist weergegeven. Kortom; hier is glashard over gelogen. Ook als we het artikel onder de loep nemen hieromtrent zien we dat er grote tegenstrijdigheden in zitten ten opzichte van dit relaas. Volgens het artikel is het namelijk zo dat "Abu Muhammed" vanaf zijn vijftiende zich ging verdiepen in de Islam en hij zich bekeerde en soenniet werd. Toen zat hij volgens het artikel al een aantal jaren op de HAVO. Pas vanaf zijn achttiende jaar begon hij te radicaliseren en las hij veel boeken van jihadistische geleerden. Dat zou betekenen dat hij begon te radicaliseren toen hij niet meer op de HAVO zat, maar op het HBO en dus kan het onmogelijk zo zijn dat er bij Broklede zorgen leefden omtrent zijn radicale opvattingen, omdat die niet alleen volgens de school maar ook volgens het artikel er simpelweg niet waren.
In principe zou het inderdaad een logisch gevolg moeten zijn dat het verhaal sterker wordt wanneer er veel details in verwerkt zijn. Bij dit artikel is juist het tegenovergestelde het geval. Hoe meer informatie bekend wordt, des te zwakker het wordt. We begrijpen daarom ook, gezien het voorgaande, waarom de ombudsman graag had gezien, dat het vager had mogen zijn waar "Abu Muhammed" naar school zou zijn gegaan.
En dat is nou precies wat de hoofdredactie, de ombudsman en de verslaggever niet kunnen. We hebben slechts hun woord dat de informatie klopt en dat ze het hebben geverifieerd en dat noemen ze dan rechtvaardiging. Het is juist laf en verwijtbaar, vooral tegenover de lezers dat ze vele verifieerbare feitelijke onjuistheden en discrepanties niet voldoende kunnen verklaren en er zelfs niet dieper op in zijn gegaan. En zo wordt iedere lezer die kritische vragen stelt hiermee gepareerd. De hoofdredactie is immers niemand een verantwoording verschuldigd, zolang ze maar zelf in de spiegel kan kijken. En zo wordt het wel heel erg makkelijk gemaakt voor de fraudeurs en gedogende hoofdredacteurs.
CONCLUSIE
Zelf zijn wij ervan overtuigd dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid volledig gefabriceerd is door Andreas Kouwenhoven, aangezien wij geen achterliggend belang c.q. motief zien voor "Abu Muhammed" om in deze hoedanigheid zo te handelen. Juist vanwege zijn zo benadrukte overtuiging. Dit is dezelfde overtuiging waarin liegen een grote zonde is, en zeker over zoiets onbenulligs. Daarnaast is het verhaal nagenoeg geheel opgehangen aan één anonieme bron, waarvan onwaarschijnlijk lijkt dat deze echt bestaat. Het artikel bevat bij nadere bestudering vele weerlegbare discrepanties en feitelijke onjuistheden.
Zeker omdat het een hypergevoelig onderwerp betreft, is het van groot belang dat het verhaal recht overeind blijft staan en dat is hier zeker niet het geval.
Daarnaast kunnen we ons niet aan de gewekte indruk onttrekken dat het controlemechanisme voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de krant niet goed wordt onderhouden of überhaupt werkt als dit verhaal ongefilterd in de krant kon verschijnen. Goede journalistiek kiest de feiten tot uitgangspunt en neemt haar eigen kwaliteitsnormen serieus. Dat laatste lijkt in dit artikel echter niet het geval te zijn.