Ziekte van Parkinson
James Parkinson(1755-1824)
De ziekte van Parkinson.
Parkinson is vernoemd naar de Engelse arts James Parkinson (1755-1824)
De ziekte van Parkinson is een hersenziekte waarbij vooral de zenuwcellen langzaam afsterven. Wanneer de verschijnselen van deze ziekte er wel zijn maar door een andere oorzaak ontstaan zijn, spreek je van parkinsonisme. Parkinsonpatiënten verliezen hersencellen in een gebied dat heel diep in de hersenen ligt, de zogenaamde substantia nigra (zwarte kern/substantie). Deze hersencellen produceren de stof dopamine. Dit is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij de aansturing van de spieren. Het afsterven van deze cellen tast de bewegingsmotoriek van de patiënt aan. Dit komt tot uiting in een afwijkende lichaamshouding, spierstijfheid, ongecontroleerde bewegingen, erg trillen en traagheid in de bewegingen die deze persoon maakt. Ondanks dat de symptomen met de jaren verergeren, kent de ziekte van Parkinson geen dodelijke afloop. Er bestaat geen geneesmiddel voor de ziekte van Parkinson. Een duidelijke oorzaak voor de ziekte van Parkinson is niet bekent. Waarschijnlijk zijn er meerdere oorzaken die samen verantwoordelijk zijn voor het krijgen van deze ziekte. Er is wel bekent dat een groot deel van de problemen veroorzaakt wordt door een tekort aan de chemische stof ‘dopamine’ in de hersenen. Dit tekort ontstaat door het afsterven van dopamine producerende zenuwcellen in een bepaald gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra).Waarom de hersencellen in de zwarte kernen afsterven is nog niet precies bekend. Elementen die hierbij mogelijk een rol kunnen spelen zijn onder andere: achteruitgang van de werking van de hersenen met toenemende leeftijd, een stoornis in de eiwitstofwisseling en omgevingsfactoren zoals aanraking met giftige stoffen.
Symptomen
Beginnende symptomen van de ziekte van Parkinson zijn nauwelijks te herkennen.
Vaak worden deze pas na jaren duidelijk merkbaar, zoals:
· vermoeidheid
· trillerigheid (tremor)
· depressiviteit
· zwakke stem
· verkrampt handschrift
· vlakke gelaatsuitdrukking, maskergelaat
· arm of been niet meer kunnen bewegen (Akinesi)
· Slikstoornis (dysfagie)
· Obstipatie
Ziekteverloop
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit beginnen bij ongeveer 75% van de patiënten aan één kant, bijvoorbeeld rechts. Na een tijd zal ook de andere kant klachten gaan geven, maar in de regel blijft de eerst aangedane kant de meest ernstige.
Na enkele jaren ontstaan er problemen met de balans en kunnen patiënten vallen. Dit kan soms erg invaliderend zijn. Klachten zoals bloeddrukdaling (gedeeltelijk ook door de levodopa medicatie), problemen met plassen en ontlasting, hallucinaties, cognitieve problemen en verslikken kunnen ontstaan na verloop van de tijd.
Meestal leidt de ziekte van Parkinson niet tot een opname in een verpleeg- of verzorginghuis. Wanneer de balansstoornissen of de cognitieve stoornissen echter een dusdanig gevaar worden in het dagelijks leven worden patiënten vaak wel opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis. De levensverwachting bij patiënten met de ziekte van Parkinson is niet korter vergeleken met gezonde mensen.
Aanwijzingen
De belangrijkste aanwijzingen zijn:
· stijve armen, benen of nek (regiditeit)
· onopzettelijk trillen van ledematen in rusthouding
· langzaam in beweging komen
· slechte lichaamshouding en een verstoord evenwichtsgevoel
Veel patiënten hebben baat bij aanvullende therapieën, variërend van gesprekken met een psychiater tot een specifieke operatie zoals deep brain stimulation.
Behandeling
Er is nog geen medicijn uitgevonden tegen parkinson. Wel zijn er medicijnen die de klachten kunnen verminderen. Levodopa of een dopamineagonist zorgen dat het trillen vermindert en dat u soepeler beweegt. Wel kunnen deze medicijnen bijwerkingen geven. Patiënten hebben last van onder andere een droge mond, voelen zich misselijk, duizelig, verward, hebben last van verstopping, slapeloosheid of vallen juist overdag in slaap en ongeremd gedrag. De neurolook probeert de medicatie zo af te stemmen dat de patiënt zo min mogelijk bijwerkingen ondervindt.
· Levodopa:
deze stof wordt in de hersenen omgezet in dopamine en vult het tekort aan dopamine weer aan.
· Dopamine-agonisten:
deze medicijnen bootsen de werking van dopamine na. Patiënten krijgen ze soms in de eerste fase van de ziekte voorgeschreven, of later in combinatie met Levodopa.
· Anti-cholinergica:
door het dopaminetekort krijgt acetylcholine, een andere boodschapperstof in de hersenen, de overhand. Met anti-cholinergica kan dit worden tegengegaan.
· Selegeline:
voorkomt de afbraak van dopamine. Deze stof wordt vaak in een vroeg stadium van de ziekte gebruikt of in combinatie met andere medicijnen.