Taalgericht vakonderwijs
taalbeleid in het voortgezet onderwijs
Sleutelbegrippen
Kenmerken DAT (dagelijks taalgebruik):
- eenvoudige zinsbouw
- gelijkwaardiger gesprekspartners
- alledaagse betekenissen
- sociale strategieën
- communicatie gaande weten te houden
Kenmerken CAT (schools taalgebruik):
- complexere syntaxis
- typische interactie
- vaktaalbetekenis van alledaagse begrippen
- cognitieve strategieën
Uitgangspunt
Hoog rendement
Taalgericht vakonderwijs sluit aan bij onderwijsvernieuwingen, waar ook al veel aandacht is voor interactieve werkvormen en de belevingswereld van leerlingen. Daarnaast staat men er als docent Nederlands niet alleen voor, omdat taalgericht vakonderwijs bij alle vakken een rol speelt. Taalgericht vakonderwijs is een investering die tijd kost, maar een hoger rendement heeft dan het reguliere onderwijs.
Uiteindelijk ben je minder tijd kwijt en heeft het meer effect.
Wiskunde
‘Leerlingen kiezen steeds minder exacte vakken. Als ze die kiezen, halen ze steeds lagere cijfers. Vaak heeft dat te maken met taal. Zo zien we dus 2 keer een achterstand. Dat is ernstig, want wiskunde is een selectiecriterium voor verdere opleiding’, motiveert Van den Boer de aanleiding tot het onderzoek. Wiskundig of talig probleem?’
Leren met taalsteun
Leerlingen worden ertoe aangezet om hun taalvaardigheid verder uit te bouwen
- De docent expliciteert (vak)taaldoelen en vakconcepten van een les(senreeks) door ze bijvoorbeeld op het bord te schrijven
- De docent biedt de leerlingen steun bij het lezen en luisteren, bijvoorbeeld via sleutelschema's en bij het produceren van vaktaal (pratend en schrijvend), bijvoorbeeld via schrijfkaders
- De docent geeft vaktaalgerichte feedback op inbreng van de leelringen.
Contextrijk leren
- De docent schept betekenisvolle contexten, aansluitend bij (talige) voorkennis van leerlingen
- De docent schept een rijke taalomgeving met een variatie aan leermiddelen
- Er wordt geleerd met verschillende zintuigen
- Er wordt in context getoetst.
Leren in interactie
Leerlingen worden aangezet tot praten en schrijven over de leerstof:
- Manieren om lesinhouden te verdiepen
- Manieren om groeperingsvormen effectief in te zetten
- Bewust hanteren van denktijd en begripscontrole in gesprekken
- Bevorderen van een respectvol klasseklimaat om interactie te bevorderen
- Gelegenheid bieden tot reflectie.