Cursus
Hoe kijk je het WK Wielrennen
Hoi eenieder, nog even snel voor a.s. Zondag. Een verkorte cursus "Hoe Kijk Je Naar Een WK Wielrennen? "
Eerst maar even het boodschappenlijstje:
- een krat
- nog een krat bier
- zes jumboflessen cola
- vier blikjes knakworsten
- tien zakken paprikachips
- megagigavoordeelpak bitterballen
- reservebatterijen voor de
- de krant (voor de deelnemerslijst
- drie markeerstiften om uitvallers door te strepen
- een pakje lucifers
Verder is het van essentieel belang dat uw omgeving weet dat u niet bereikbaar bent. Dat uw moeder niet juist op Die Ene Dag driehonderd keer belt, dat uw vrouw (of man) niet perse naar de meubelboulevardwil en dat uw schoonmoede niet langs komt voor een verrassingsbezoek.
Naar een WK Wielrennen kijken vraagt een zorgvuldige voorbereiding. Het is niet alleen voor de renners hét evenement van het jaar, maar ook voor de tv-kijkers. Zoiets moet je plannen. Daar moet je weken, maanden - wat zeg ik: het hele jaar! - mee bezig zijn.
Zo ben ik zelf na het WK in Valkenburg extra veel uren op mijn bank gaan zitten om extra zitvlees te kweken. Verder heb ik een mental coach in de arm genomen om me extra hard te focussen.
De voorpret is het halve werk. De weken voor het WK loopt de spanning al op. Eerst gaat het erom welk land met hoeveel renners naar het WK mag, daama mogen allerlei wielerdeskundologen hun mening geven over het parcours. Daarbij wordt de zwaarte
ervan door de ene helft sterk overdreven, en door de andere helft zwaar onderschat - maar zo hoort dat nu eenmaal.
In de laatste dagen voor het WK ligt defocus op De Tactiek. Iedereen (renners, bondscoaches, journalisten, fans, het schele neefje van de speaker, uzelf) schetst zijn of haar scenario van het WK. Maar hoeveel scenario's er ook zijn: op de dag zelf loopt het
altijd anders. In de finale dan. Want de aanloop is ieder jaar hetzelfde.
In de eerste wedstrijduren rijdt een schier onbekende Oezbeek of een Bulgaar op kop; Koekalikakov, Korsakov, Toepolev — zoiets. Het peloton rijdt er in slakkengang achteraan. Maar dat betekent niet dat u pas later in kunt schakelen als kijker. Een WK kijkt u helemaal - van start tot finish, van halftien tot half zes.
Opstaan van de bank is ten strengste verboden. Met zakken chips en de afstandsbediening binnen handbereik heeft u alles wat u nodig heeft. En urineren doet u
in de fles cola die u daarvoor heeft opgedronken.
Mocht het gebeuren dat uw ogen dichtvallen‚ dan duwt u lucifers (zie boodschappenlijstje!) tussen de oogleden.
Hoe verder de koers vordert, hoe meer u naar het puntje van uw stoel schuift. In de laatste vijftig kilometer dient u bij iedere demarrage te roepen:
“Dit is de slag!” Dat is het niet, maar je weet maar nooit. In de laatste ronde gaat u op de bank staan.
U schreeuwt, u vloekt, u trekt uw haren uit uw hoofd, u knijpt de billen bijeen, uw hartslag loopt op tot ver boven het maximum dat de dokter u heeft voorgeschreven. In de laatste tweehonderd meter dient er schuim op uw lippen te komen terwijl u onverstaanbare aanmoedigingen krijst.
Na de finish gaat u weer zitten. U haalt drie keer diep adem.
En daarna begint u aan de voorbereiding voor het WK van volgend jaar.